Een bijwoord (adverb) zegt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord , hele zin of ander bijwoord.
Vorm: bijvoeglijk naamwoord + ly
De plaats van te bijwoord is altijd vóór het hoofdwerkwoord.
We always make our homework.
She often talks to her friend.
Uitzondering:
Als er am-are-is-was-were in de zin staat, dan komt het bijwoord erachter.