quiz bb/kb

Herhaling 29 maart
vandaag: herhalen
hoofdstuk 1 herhaling afmaken 
hoofdstuk 2 herhaling afmaken
examenvragen maken 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Herhaling 29 maart
vandaag: herhalen
hoofdstuk 1 herhaling afmaken 
hoofdstuk 2 herhaling afmaken
examenvragen maken 

Slide 1 - Slide

Een baan waarvoor iemand word gezocht is een...
A
Solliciatie
B
Scholing
C
CAO
D
Vacature

Slide 2 - Quiz

Hoe bereken je het nettoloon?
A
Brutoloon - inhoudingen
B
Brutoloon + inhoudingen
C
Brutoloon - vakantiegeld
D
Brutoloon + vakantiegeld

Slide 3 - Quiz

René is 26 jaar en geeft 8 uur in de week economieles op een middelbare school in Leek. Is hij werkgever of werknemer?
A
Werkgever
B
Werknemer

Slide 4 - Quiz

Als je een fulltime baan hebt werk je.... uur in de week
A
40 tot 36
B
36 tot 32
C
42 tot 40
D
44 tot 41

Slide 5 - Quiz

Waar staat de afkorting cao voor?
A
Collectieve aandeel overeenkomst
B
Collectieve arbeids overeenkomst
C
Collectieve arbeids onderneming
D
Collectieve aandeel ondernemer

Slide 6 - Quiz

Juist of onjuist:
De afspraken in een cao gelden voor alle werknemers van een bedrijf of zelfs voor een hele groep bedrijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Tot welke leeftijd geldt het minimumjeugdloon?
A
tot 21 jaar
B
tot 23 jaar
C
tot 18 jaar

Slide 8 - Quiz

Wat staat er in de Arbowet?
A
Regels voor werk- en rusttijden
B
Regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

Slide 9 - Quiz

Waardoor kan de werkgelegenheid afnemen?
A
Mechanisatie
B
Een groeiende economie

Slide 10 - Quiz

Alle mensen van 15 jaar tot aan de pensioenleeftijd die werken of werk zoeken noem je de..
A
Actieve beroepsbevolking
B
Beroepsbevolking
C
Werkloze beroepsbevoliking
D
Werkzame beroepsbevolking

Slide 11 - Quiz

Als op de arbeidsmarkt het aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid, dan is er ....
A
een overschot aan arbeid
B
een tekort aan arbeid
C
Werkloosheid
D
werk voor iedereen

Slide 12 - Quiz

Werkloosheid kan blijven zijn maar soms ook tijdelijk. Bijvoorbeeld doordat er minder jonge mensen de arbeidsmarkt opkomen na hun opleiding.
Hoe noem je deze vorm van werkloosheid?
A
Frictiewerkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Conjuncturele werkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 13 - Quiz