This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Welcome!
- Put your phone in the phonebag
- Take your laptop out of your
schoolbag
- Put a pen or your pencil case on
your table.
Slide 1 - Slide
Unit 3.4 New York
Manhattan
New York is de grootste stad van de Verenigde Staten en is opgedeeld in vijf districten: Manhattan, Brooklyn, Queens, The Bronx en Staten Island.
Het eiland Manhattan is het centrum van de stad en is veruit het populairst onder toeristen. Hier vind je vrijwel alle highlights, van Times Square tot Broadway en van Central Park tot het Empire State Building.
Manhattan is bovendien ook het financiële centrum van New York, met talloze hoofdkantoren van multinationals en eindeloos veel wolkenkrabbers.
Times Square
Broadway
Empire State Building
Slide 2 - Slide
Today's planning:
Today's planning:
check last Tuesday's homework and follow-up unit 3.3
Je kunt een korte standaardmededeling lezen
Je kunt je een idee vormen van de inhoud van een korte tekst
practise words 'pets and animals'
grammar: present simple
planning homework and finish up the lesson
Slide 3 - Slide
Something new:
* present simple *
a little introduction
Slide 4 - Slide
Wanneer gebruik je de present simple in het Engels?
Als iets altijd, vaak of nooit gebeurt, gebruik je in het Engels de present simple (tegenwoordige tijd).
Voorbeelden van signaalwoorden zijn:
always
often
every morning
every Saturday
sometimes
never
ever
every time
Slide 5 - Slide
Hoe gebruik je de Present Simple in het Engels?
I
You
like
animals
He
She
It
likes
animals
We
You
They
like
animals
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Let's give it a try....
- open your laptop
- go to: LessonUp.app
- fill in the correct pin
- let's start
Slide 8 - Slide
Present simple is:
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst
Slide 9 - Quiz
Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, vaak of nooit gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.
D
Wanneer iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is.
Slide 10 - Quiz
Wat is GEEN signaalwoord van de present simple?
A
always
B
never
C
yesterday
D
sometimes
Slide 11 - Quiz
Wat is de regel van de present simple?
A
SHIT-regel
B
hele ww (bij I, you, we, they)
hele ww + s (bij he, she, it)
C
hele werkwoord
D
werkwoord + -ed
Slide 12 - Quiz
They ............(know) Evelyne very well.
A
knows
B
knowing
C
know
D
knowed
Slide 13 - Quiz
She ..........(want) to become an actress.
A
want
B
wanted
C
wanting
D
wants
Slide 14 - Quiz
Lilian ............. (hate) going to the dentist.
A
hates
B
hats
C
hate
D
hating
Slide 15 - Quiz
My dad .............. (work) on Saturdays.
A
work
B
works
C
worked
D
workes
Slide 16 - Quiz
Let op bij werkwoorden die eindigen op -y:
Deze werkwoorden veranderen bij de SHIT-regel iets meer dan gewone werkwoorden.
Staat er voor de -y een klinker?
Staat er voor de -y een medeklinker?
Je zet een -s achter het werkwoord:
I stay
She stays
Je vervangt dan eerst -y door -ie en dan zet je er een -s achter:
I worry
She worries
Slide 17 - Slide
Chris ................... (play) a lot of sports.
A
play
B
plaies
C
plays
D
playing
Slide 18 - Quiz
Ellen ..........(worry) about her dog.
A
worries
B
worry
C
worrys
D
worried
Slide 19 - Quiz
He ..........(fly) to Spain.
A
fly
B
flys
C
flying
D
flies
Slide 20 - Quiz
back to the assignments
Slide 21 - Slide
Animal Neighbors
Humans are not the only animals in New York. Many people have pets, like cats, dogs, rabbits or birds. You can visit a New York Zoo to see more exotic animals. You can also find wild animals in the many parks, like coyotes, owls and squirrels. And in a big city like New York rats and mice are never far