What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2024 les 1
1 / 25
next
Slide 1:
Video
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
25 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Video
planning periode 3
la grammaire: le verbe écrire. décrire, s'inscrire
chattaal
Le but: à la fin de ce cours:
heb ik geoefend het werkwoord écrire. décrire
heb ik geoefend met schrijven en spreken
Slide 2 - Slide
Het werkwoord écrire (décrire. s'inscrire)
- écrire vervoegen de présent, passé composé en de f
utur
- herkennen in welke tijd een werkwoord staat
- vertalen wat de vervoegingen betekenen in het Nederlands
blz 105
Slide 3 - Slide
Betekenis werkwoorden
écrire: schrijven
d
écrire: beschrijven
s'ins
crire: inschrijven
Slide 4 - Slide
le présent - de tegenwoordige tijd
hele werkwoord min "re"
écrire->
écri
+ uitgangen van de werkwoorden op "re"
je=
s
tu=
s
il/elle/on=
t
nous=
vons
vous=
vez
ils/elles=
vent
Slide 5 - Slide
écrire - présent
j'écris
tu écris
il écrit
nous écrivons
vous écrivez
ils écrivent
schrijven - tegenwoordige tijd
ik schrijf
jij schrijft
hij schrijft
wij schrijven
jullie schrijven
zij schrijven
Hoe vervoeg je nu het werkwoord décrire?
Slide 6 - Slide
s'inscrire - présent
je m'inscris
tu t'inscris
il s'inscrit
nous nous inscrivons
vous vous inscrivez
ils s'inscrivent
schrijven - tegenwoordige tijd
ik schrijf me in
jij schrijft je in
hij schrijft zich in
wij schrijven ons in
jullie schrijven jullie in
zij schrijven zich in
Slide 7 - Slide
écrire -
p
assé composé
Le passé composé
avoir +
écrit
J'ai écrit
tu as écrit
il/elle/ on a écrit
... etc.
ik heb geschreven
Hoe vervoeg je nu het werkwoord décrire?
Slide 8 - Slide
futur
(ik zal schrijven)
stam: écrir
+ uitgangen van "avoir"
ai,as,a,ons,ez,ont
J'écrirai
tu écriras
il/elle/on écrira
...
Futur du Passé
(ik zou schrijven)
stam: écrir
+ uitgangen van imparfait
ais,ais,ait,ions,iez,aient
J'écrirais
tu écrirais
il/elle/écrirait
...
Slide 9 - Slide
Wat is de futur voor tijd?
A
Onvoltooid verleden tijd
B
Tegenwoordige tijd
C
Voltooid tegenwoordige tijd
D
Toekomende tijd
Slide 10 - Quiz
De passé composé van écrire bestaat uit:
A
onderwerp+avoir+écriré
B
onderwerp+avoir+écrié
C
onderwerp+avoir+écrit
D
onderwerp+avoir+écris
Slide 11 - Quiz
Kies en sleep de juist vertaling
Zij schrijven
Ik heb geschreven
Hij zal schrijven
Jullie hebben geschreven
Vous avez écrit
Elles écrivent
J'ai écrit
Il écrira
Slide 12 - Drag question
Combineer ww écrire met de juiste tijden.
j'écris
tu as écrit
ils écriront
présent
Futur
passé composé
Slide 13 - Drag question
ik zal schrijven
Jij zult schrijven
Hij zal schrijven
Wij zullen schrijven
Jullie zullen schrijven
Zij zullen schrijven
nous écrirons
Vous écrirez
Ils écriront
J'écrirai
Tu écriras
Il écrira
Slide 14 - Drag question
ik schrijf
A
je écris
B
j'écris
C
j'écrit
D
j'écrire
Slide 15 - Quiz
wij schrijven
A
vous écrivez
B
vous écrirez
C
nous écrirons
D
nous évrivons
Slide 16 - Quiz
nous avons écrit
A
wij hebben geschreven
B
jullie hebben geschreven
C
wij schreven
D
jullie schreven
Slide 17 - Quiz
ils écriront
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur
Slide 18 - Quiz
ils ont écrit
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
D
futur
Slide 19 - Quiz
Vous écrirez =
twee antwoorden mogelijk
A
jullie zullen schrijven
B
jullie schrijven
C
u zult schrijven
D
zij zullen schrijven
Slide 20 - Quiz
Les devoirs - la semaine prochaine
Leren apprendre 3 blz 128
Maken exercice 8b en 8c blz 106
Slide 21 - Slide
Langage des SMS
Bjr Olivier! Slt Olivia, ça va?
Oui, ça va b1, merci. Et toi?
On C voit o cné C soir ?
Tu peux dem1 ?
Demain aprèm?
D'ac! A+! A2m1
Slide 22 - Slide
à vous - langage des SMS
Travaillez à deux
Verzin samen een gesprek
Gebruik afkortingen volgende pagina of verzin eigen afkortingen
'App elkaar' - Wie heeft het langste gesprek?
timer
5:00
Slide 23 - Slide
bjr - bonjour
slt - salut
TOK - tu es ok ?
b1 - bien
mer6 - merci
pkoi - pourquoi
kdo - cadeau
bcp - beaucoup
rdv - rendez-vous
XLnt excellent
Auj - Aujourd’hui?
TOQP - Tu es occupé?
Tjs - toujours
aprèm - après-midi
D’ac - D’accord (ok)
Tabitou? - Tu habites où?
Mr6 - merci
à+ - à plus
à2m1 à demain
biz bisous
timer
5:00
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
More lessons like this
écrire, décrire, s'inscrire
December 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3HV unité 3 apprendre 3 - le verbe écrire
April 2023
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Oefentoets PW U3
January 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
unité 3 ha3a
February 2022
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
U3 grammaire I 'ecrire les 1
February 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Het werkwoord écrire, décrire en s'inscrire
January 2024
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Het werkwoord écrire + herhaling imparfait en futur
April 2024
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H3C week 48
November 2023
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3