H1 Staatsinrichting

• rechtskennis
• MBO
• Studiejaar 1

Herhaling H1 Staatsinrichting

tot 1:20

Regering = Koning +

--> hoogste

--> dagelijks

Ministers

 bestuursorgaan

bestuur van ons land

Regering = 

--> koning + ministers

--> hoogste bestuursorgaan NL

--> dagelijks bestuur

• de uitvoering van wetgeving en Rijksoverheidstaken;
  
• de begrotingen opstellen en aanpassen.

WETGEVENDE MACHT = REG + SG

Staten- Generaal = Parlement
--> 1e + 2e Kamer
--> volksvertegenwoordiging

• taak: controleren Regering en maken van wetten
  
• leden 2e kamer gekozen: volk
  
• leden 1e kamer gekozen: leden provinciale staten (getrapte verkiezingen)
  
• zittingsduur: 4 jaar
  

Wet in formele zin

1. voorbereiding wetsvoorstel op ministerie

2. bespreken in ministerraad

3. Advies Raad van State

4. Voorstel in 2e kamer

5. stemmen 2e kamer

6. stemmen 1e kamer

7. koning en minister ondertekenen

8. wet in werking, na publicatie

Democratische rechtsstaat

rechtstaat = staatsvorm 

• Nederland is een staat (eigen grondgebied, met eigen volk, eigen souverein gezag)
• Iedereen moet zich houden aan het Nederlandse recht--> RECHTSstaat
• Burgers kiezen wie het land regeert --> DEMOCRATISCH 

Dedecentraliseerde eenheidsstaat

Centrale overheid= het rijk (SG + regering)

decentrale overheden = provincies, gemeenten, waterschappen

--> hebben eigen bevoegdheden en taken (wetgevende macht!)

Trias Politica

Dagelijks bestuur = uitvoerende macht

Grondwet

• inrichting van provincies
• samenstelling en bevoegdheid provinciebestuur
• nog aantal provinciezaken
• ... worden allen bij wet geregeld (  in Provinciewet!) 

Provinciaal bestuur

provinciale staten PS--> volksvertegenwoordiging (4jr kiesrecht provincie inwoners), wetgevende macht

gedeputeerde staten GS (benoemd door PS, 4jr) + Comm. Koning (Kon. besluit op voordracht Min. BiZa,6jr)--> dagelijks bestuur (uitvoerende macht)

commissaris van de koning --> vz PS 

                                                          --> vz +lid GS

                                                          --> hoogste gezagsdrager provincie, 6jr

Gemeentelijk bestuur

• gemeenteraad = volksvertegenwoordiging (4jr, kiesrecht), wetgevende macht = hoofd van de gemeente 
• college van B&W (4jr,leden GR kiezen Wethouders) = dagelijks bestuur
• Burgemeester  (6jr kon.besluit) = VZ gemeenteraad

                                = vz en lid College B&W
                           taak-> belast met handhaving openbare orde

                          BM is ook voorzitter bestuur veiligheidsregio

Wet

= algemeen bindend voorschrift gemaakt door REG + SG

Wet in materiele en formele zin

delegatie: SG draagt bevoegdheid maken wetten over ander bestuursorgaan

mandaat: bevoegdheid WEL, verantwoordelijkheid NIET

Algemene maatregel van Bestuur (AMvB)

Koninklijke Besluit waarin de inhoud van een wet verder is uitgewerkt.

--> voorbereidt door Ministers

--> komt tot stand ZONDER samenwerking SG  (géén wet in formele zin, wel wet in materiele zin)

--> bevat algemeen bindende voorschriften (voor iedereen in NL)

Provinciale verordening

= door Provinciale Staten (wetgevende macht) gemaakt voorschrift, dat strafbepalingen kan bevatten en dat geldt in 1 provincie

--> PS is verplicht tot maken van deze verordeningen. wordt voorbereidt door ambtenaren, in overleg GS opgesteld. 

-->PS vergadert en stelt vast.

Gemeentelijke verordening

= door gemeenteraad (wetgevende macht) gemaakt voorschrift, dat strafbepalingen kan bevatten en dat geldt in 1 gemeente

--> GR is verplicht tot maken van deze verordeningen. wordt voorbereidt door ambtenaren, in overleg College B&W opgesteld

 --> GR vergadert en stel vast

APV

algemene plaatselijke verordening

--> bepalingen voor parkeerexcessen, uitlaten van honden, reclame maken, gebruiken openbare wegt, kappen van bomen, urineren in het openbaar

Noodverordening

= in geval van ernstige verstoring o.o. rampen etc.

--> bevat algemeen bindende voorschriften ter handhaving o..o of beperking gevaar. 

--> BM zelfstandig en direct uitvaardigen, Gemeenteraad z.s.m. bekrachtigen

Nederlands recht = positief recht = geheel aan geschreven en ongeschreven regels

1. privaatrecht = bu vs bu

2. publiekrecht = bu vs overheid

Materieel SR

Wie + Wat + welke straf

1. misdrijven = zwaardere SF, dader is strafbaar als zijn WR handelen en schuld vaststaan

2. overtredingen= lichtere vergrijpen, dader strafbaar direct na plegen

oa.. in Wetboek van Strafrecht

bijzondere wetten, APV, Keur, AMvB, jurisprudentie

Formeel SR

procedure

o.a. in Wetboek van SV

maximale straffen

gevangenisstraf= levenslang of tijdelijk

tijdelijk= min 1 dag en max 18 jaar

rechter keus bij misdrijf LL of tijdelijk?  dan max 30 jaar

taakstraf = max 240 uur

hechtenis= max 1 jaar

max. geldboete= 870.000 euro

reikwijdte algemene bepalingen

boek 1 WvSR stelt medeplichtigheid aan misdrijf strafbaar maar medeplichtigheid aan overtreding niet

dus deze bepalingen gelden ook voor APV of bijzondere wetten zoals Wet wapen en munitie. 

Ingevolge art. 91 WvSr gelden alle bepaling in deel 1 voor SF in andere (bijz. wetten) of verordeningen, tenzij de wet anders bepaald.