§6: Het lied in de middeleeuwen

Het Frankische rijk was niet centraal geregeerd.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Het Frankische rijk was niet centraal geregeerd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Welke term hoort er bij de omschrijving: 'de grote invloed van het katholieke geloof op de middeleeuwse maatschappij'?

Slide 2 - Open question

De drie standen maakten in feite maar een klein deel uit van de maatschappij in de middeleeuwen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Wat is geen functie van middeleeuwse kunst?
A
Wijzen op het goddelijke
B
Wijzen op de vergankelijkheid van het leven
C
Een moraal overbrengen
D
Een weerspiegeling geven van het individu

Slide 4 - Quiz

Welke term hoort bij de omschrijving: 'afbeeldingen aangebracht met waterverf op een nog vochtige pleisterlaag'?

Slide 5 - Open question

Fresco

Slide 6 - Slide

De schrijvers / componisten van middeleeuwse teksten heten
A
troubadours
B
jongleurs
C
minstrelen

Slide 7 - Quiz

Sinds wanneer bestond de boekdrukkunst?
A
±1100
B
±1300
C
±1450
D
±1500

Slide 8 - Quiz

Waarom schreven auteurs normaliter hun naam niet onder middeleeuwse teksten?

Slide 9 - Open question

In deze verhalen stonden de ridderidealen kracht en moed centraal.
A
Ridderroman
B
Hoofse roman

Slide 10 - Quiz

§6: Het lied in de middeleeuwen

Slide 11 - Slide

Ballade


  • Sprongsgewijs verteld
  • (vanzelfsprekende) bijzaken worden weggelaten
  • Beschrijving van de gebeurtenis wordt afgewisseld met dialogen
  • Herhalingen
  • Ernstige / sombere sfeer
  • Onderwerpen zijn vaak ontleend aan oude sprookjes / mythen /
    sagen


(vanaf 10:45)

Klaagzang / elegie


  • lyrisch gedicht n.a.v. de dood van een geliefd persoon
  • Gevoelens van smart en wanhoop

Slide 12 - Slide

Aan de slag!

opdr. 6.1 (ab)



timer
4:00

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

6.1a


Verleiding / ontering van de prinses

Slide 15 - Slide

6.1b
De prinses zegt dat Walewijn zijn bovenkleed uit moet trekken omdat het anders onder bloed zou komen; terwijl hij dit doet is hij min of meer hulpeloos; zij pakt het zwaard en slaat
zijn hoofd eraf
.



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aan de slag!
6.2abc

Slide 18 - Slide


Egidius,waar ben je gebleven?
Ik mis je zo, mijn
kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het
leven.
Je vriendschap was er vroeg en laat
,
maar 't moest zo zijn, een van ons gaat. 

Nu ben je in 't hemelrijk verheven
,
helderder dan de zonneschijn
,
alle vreugd is jou
gegeven.
Egidius, waar ben je gebleven
?
Ik mis je zo, mijn
kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het
leven.
Bid nu voor mij, ik ben
verweven
met deze wereld en zijn
kwaad.
Bewaar mijn plaats naast jou nog even
,
ik moet nog zingen, in de maat
,
tot de dood, die elk te wachten staat. 

Egidius, waar ben je gebleven
?
Ik mis je zo, mijn
kameraad.
Jij koos de dood, liet mij het
leven.

Je vriendschap
was er vroeg en laat
,

maar 't
moest zo zijn, een van ons gaat.



Slide 19 - Slide

6.2

  • a) Egidius heeft zich waarschijnlijk opgeofferd voor de ik-persoon

Slide 20 - Slide

Strofe 1


  • Dood
  • Aarde
  • Jij
  • Egidius
  • Verdriet


Strofe 2


  • Leven
  • Hemel
  • Ik
  • Schrijver
  • Vreugde


Slide 21 - Slide

6.2


  • c) Rijm is in spiegelbeeld
  • regel 4: fijn = B
  • regel 5: sijn = B
  • regel 6: verheven = A
  • Vanaf regel 1: ABA BBABA ABA ABABB ABA

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

WB-opdrachten


WB 1, 2.1, 2.2, 3.2, tussentoets §1-3,
4, 6.1ab, 6.2,
Tussentoets §4-7

Slide 25 - Slide