§6: Het lied in de middeleeuwen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Het Frankische rijk was niet centraal geregeerd.

1. Waar
2. Niet waar

Welke term hoort er bij de omschrijving: 'de grote invloed van het katholieke geloof op de middeleeuwse maatschappij'?

De drie standen maakten in feite maar een klein deel uit van de maatschappij in de middeleeuwen.

1. Waar
2. Niet waar

Wat is geen functie van middeleeuwse kunst?

1. Wijzen op het goddelijke
2. Wijzen op de vergankelijkheid van het leven
3. Een moraal overbrengen
4. Een weerspiegeling geven van het individu

Sinds wanneer bestond de boekdrukkunst?

1. ±1100
2. ±1300
3. ±1450
4. ±1500

Waarom schreven auteurs normaliter hun naam niet onder middeleeuwse teksten?

In deze verhalen stonden de ridderidealen kracht en moed centraal.

1. Ridderroman
2. Hoofse roman

Welke verandering kwam er in de literatuur in de loop van de 13e eeuw?

WB 3.2b

1. De boekdrukpers deed zijn intrede
2. Literatuur kreeg een burgerlijk karakter

De schrijvers / componisten van middeleeuwse teksten heten:

WB3.2c + tussentoets §1-3,#19

1. troubadours
2. jongleurs
3. minstrelen

§6: Het lied in de middeleeuwen

1: Ballade

• Sprongsgewijs verteld
• (vanzelfsprekende) bijzaken worden weggelaten
• Beschrijving van de gebeurtenis wordt afgewisseld met dialogen
• Herhalingen
• Ernstige / sombere sfeer
• Onderwerpen zijn vaak ontleend aan oude sprookjes / mythen /
  sagen

(10:45 - 13:19)

2: Klaagzang / elegie

• lyrisch gedicht n.a.v. de dood van een geliefd persoon
• Gevoelens van smart en wanhoop

1

Aan de slag!

WB6.1 (ab) (blz. 6)

De tekst staat in je boek 

(blz. 20 - 21)

6.1a

Schrijf kort op wat er waarschijnlijk gebeurde tussen regel 38 en 48

• Verleiding / ontering van de prinses

6.1b

Hoe slaagt de prinses erin om Halewijn te doden? (r. 49-60)

• De prinses zegt dat Walewijn zijn bovenkleed uit moet trekken omdat het anders onder bloed zou komen; terwijl hij dit doet is hij min of meer hulpeloos; zij pakt het zwaard en slaat zijn hoofd eraf.

Lees het Egidiuslied

Een elegie (klaagzang)

Blz. 22

Egidius,waar ben je gebleven?

Ik mis je zo, mijn kameraad.

Jij koos de dood, liet mij het leven.

Je vriendschap was er vroeg en laat,

maar 't moest zo zijn, een van ons gaat. 

Nu ben je in 't hemelrijk verheven,

helderder dan de zonneschijn,

alle vreugd is jou gegeven.

Egidius, waar ben je gebleven?

Ik mis je zo, mijn kameraad.

Jij koos de dood, liet mij het leven.

Bid nu voor mij, ik ben verweven

met deze wereld en zijn kwaad.

Bewaar mijn plaats naast jou nog even,

ik moet nog zingen, in de maat,

tot de dood, die elk te wachten staat. 

Egidius, waar ben je gebleven?

Ik mis je zo, mijn kameraad.

Jij koos de dood, liet mij het leven.

Je vriendschap

was er vroeg en laat,

maar 't

moest zo zijn, een van ons gaat.

Aan de slag!

6.2abd

6.2a: Wat zou er gebeurd kunnen zijn volgens regel 3?

• Egidius heeft zich waarschijnlijk opgeofferd voor de ik-persoon

Welke inhoudelijke tegenstellingen zijn er tussen strofe I en strofe II?

Strofe 1

• Dood
• Aarde
• Jij
• Egidius
• Verdriet

Noteer er drie, gebruik niet meer dan zes woorden. 

Strofe 2

• Leven
• Hemel
• Ik
• Schrijver
• Vreugde

Een elegie in de moderne muziek

Lyrisch gedicht naar aanleiding van de dood van een geliefd persoon. 

Gevoelens van smart en wanhoop

Huiswerk

• Lees regel 1 t/m 500 van Van den Vos Reinaerde 

(rechterkolom is de moderne vertaling van de linkerkolom, de Middelnederlandse tekst)