doelgericht communiceren
1 / 10
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
De hoofdgedachte van een tekst geef je weer in...
A
enkele woorden
B
een zin
Slide 2 - Quiz
Het onderwerp en de globale inhoud van een tekst geef je weer in...
A
enkele woorden
B
een zin
Slide 3 - Quiz
Je schrijft een recensie over een film. Wat wil je bereiken (= tekstdoel)?
A
instructies geven
B
een verhaal vertellen
C
informatie geven
D
je mening geven
Slide 4 - Quiz
Je luistert naar het weerbericht. Wat wil de weerman bereiken (= tekstdoel)?
A
informatie geven
B
instructies geven
C
argumenten geven
D
iemand overtuigen/beïnvloeden
Slide 5 - Quiz
Je leest een handleiding van IKEA. Dit noemt men een... (= tekstsoort).
A
persuasieve tekst
B
prescriptieve tekst
C
informatieve tekst
D
opiniërende tekst
Slide 6 - Quiz
Je leest een mop. Dit noemt men een... (= tekstsoort).
A
argumentatieve tekst
B
informatieve tekst
C
narratieve tekst
D
prescriptieve tekst
Slide 7 - Quiz
WAAR OF NIET WAAR?
Een persuasieve tekst geeft instructies.
Een persuasieve tekst geeft instructies.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 8 - Quiz
WAAR OF NIET WAAR?
Een tekst kan meerdere doelen hebben.
Een tekst kan meerdere doelen hebben.
A
WAAR
B
NIET WAAR
Slide 9 - Quiz
Het belangrijkste doel van een tekst is het hoofddoel. Hoe noem je een doel dat minder van belang is?
