HC BR 1.1.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

   Welkom!

Herhaling 1.1

Opdracht 1

Motieven voor Engelse kolonisatie of vestiging in Noord-Amerika.

1. Handige uitvalsbasis in strijd tegen Spanje.
   
2. Bevolkingsgroei in moederland.
3. Engelse religieuze minderheden ontvluchten Engeland. 
4. Geld verdienen d.m.v. de plantage-economie.
5. Kapen van Spaanse zilver- en goudvloten.
6. Men hoopte op de aanwezigheid van rijkdommen, zoals goud.
7. Noordwestelijke doorgang naar rijke handelsgebieden in Azië.
   

Herhaling 1.1

Motieven voor Engelse kolonisatie of vestiging in Noord-Amerika.

• Handige uitvalsbasis in strijd tegen Spanje. kolonisatie
• Bevolkingsgroei in moederland. vestiging
• Engelse religieuze minderheden ontvluchten Engeland. vestiging
• Geld verdienen d.m.v. de plantage-economie. vestiging
• Kapen van Spaanse zilver- en goudvloten. kolonisatie
• Men hoopte op de aanwezigheid van rijkdommen, zoals goud. kolonisatie
• Noordwestelijke doorgang naar rijke handelsgebieden in Azië. kolonisatie

Herhaling 1.1

Opdracht 2

Welke gevolgen van de kolonisatie horen bij indianen en welke bij de Engelsen?

		indianen	Engelsen
1	handelscontacten
2	massale sterfte door ziekten en bloedige oorlogen
3	nederzettingen en bevolking groeiden gestaag

Programma

• Herhaling vorige les
• Leerdoelen
• Video New York
• HC 1.1 leerdoelen 4-6
• Weektaak
  
• Afsluiting
  

1.1 Brits kolonialisme in Amerika

18. Het begin van de Europese overzeese expansie.

21. De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25. Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27. Rationeel optimisme en verlicht denken dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

29. Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel.

30. De democratische revoluties in westerse landen, met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

Leerdoelen 1.1

4. Ik kan sociale en economische eigenschappen noemen van vestigingskoloniën 

en van plantage-economieën.

5. Ik kan verklaren waarom de plantagekoloniën in het Caraïbisch gebied, zoals 

Barbados en Jamaica, winstgevender waren voor de Britse kolonisator dan de 

plantagekoloniën in Noord-Amerika.

6. Ik kan de Driehoekshandel van de Britse African Company beschrijven en 

verklaren.

Video New York

Vragen

1) Welke ontdekkingsreiziger stichtte de eerste kolonie in het huidige New York?

2) Waarom vestigden Europeanen zich in New York?

3) Welk middel van bestaan was belangrijk voor de economie?

Video New York

Vragen

1) Welke ontdekkingsreiziger stichtte de eerste kolonie in het huidige New York?

2) Waarom vestigden Europeanen zich in New York?

3) Welk middel van bestaan was belangrijk voor de economie?

Vestigingskoloniën en plantage-economieën

Koloniën in het noorden ontwikkelden zich tot vestigingskoloniën

• Rotsachtige bodem en strenge winters
• Landbouw (lokale markt).
• Nadruk op nijverheid en handel (o.a. scheepsbouw, hout en vis)
• Hoog percentage stedelijke bevolking, geschoold en ondernemend
• Laag percentage slavenarbeid (vooral werkzaam in huishouding of als landarbeider)
  

aantekening!

Vestigingskoloniën en plantage-economieën

Koloniën in het zuiden ontwikkelden zich tot plantage-economieën

• Geschikt voor plantagelandbouw.
• Grootschalige landbouw (o.a. Virginia grote tabaksplantages).
• Exportproducten als rijst, katoen, indigo, tabak.
  
• Weinig stedelijke bevolking. 
• Hoog percentage slavenarbeid.

aantekening!

Vestigingskoloniën en plantage-economieën

Jamaica en Barbados plantage-economieën

• Klimaat en bodem ideaal voor verbouwen suikerriet.
• Veel vraag uit Europa en productieproces Brazilië gekopieerd.
• Plantage-houders verbleven kortstondig (fortuinzoekers)
• Weinig stedelijke bevolking. Relatief laag aantal Europeanen.
• Hoog percentage slavenarbeid. 

aantekening!

Driehoekshandel en trans-Atlantische slavenhandel

Royal African Company (1660)

• Monopolie op slavenhandel (1672).
• Driehoekshandel is winstgevend (geen leeg ruim).
• trans-Atlantische slavenhandel

Aan westkust Afrika worden 

factorijen (=handelsposten) 

gesticht.

Hier worden slaafgemaakten 

gekocht uit de binnenlanden.

aantekening!

Leerdoelen 1.1

4. Ik kan sociale en economische eigenschappen noemen van vestigingskoloniën 

en van plantage-economieën.

5. Ik kan verklaren waarom de plantagekoloniën in het Caraïbisch gebied, zoals 

Barbados en Jamaica, winstgevender waren voor de Britse kolonisator dan de 

plantagekoloniën in Noord-Amerika.

6. Ik kan de Driehoekshandel van de Britse African Company beschrijven en 

verklaren.

Weektaak

Wat? Weektaak

Wie? Alleen

Hoe? In stilte

Hulp? Klasgenoot

Klaar? Maak samenvatting, mindmap, werk leerdoelen uit of leer begrippen 1.1.