H1 Stoffen - 1.5 Zinken,Zweven en Drijven

H1 Stoffen - 1.5 Zinken, zweven, en drijven 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Stoffen - 1.5 Zinken, zweven, en drijven 
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 2 - Slide

Wat is zwaarder? een kilo lood of een kilo veren
Wat is zwaarder? Een kilo lood of een kilo veren?

Slide 3 - Slide

Wat is zwaarder? een kilo lood of een kilo veren
Wat neemt meer ruimte in? Een kilo lood of een kilo veren?

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 1.3 
  • ik kan uitleggen wat dichtheid is
  • ik kan aan de hand van de dichtheid uitleggen of een stof drijft, zinkt of blijf zweven
  • ik weet op welke twee manieren ik het volume van een stof kan bepalen. 
  • ik weet met welke formule ik dichtheid kan berekenen

  •  ik kan de dichtheid uitrekenen. 
  • ik kan aan de hand van de dichtheid bepalen met welke stof ik te maken heb. 

Slide 5 - Slide

  • Dichtheid: is een stofeigenschap. Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter van een bepaalde stof is. 
  • Formule voor dichtheid:



Dichtheid=VolumeMassa
Wat is de dichteid?

Slide 6 - Slide

1

Slide 7 - Video

00:53
Water heeft een dichtheid van 1,0 g/cm3. IJzer heeft een dichtheid van 7,8 g/cm3. Hierdoor zou ....
A
IJzer drijven
B
IJzer zweven
C
Ijzer zinken

Slide 8 - Quiz

Dichtheid

Slide 9 - Slide

Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58 
cm3g
IJzer:
7,80 
cm3g
De dichteid van water is 1,0       .
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.
Uitleg slide

Slide 10 - Slide

Dichtheid
Uitleg ombouwen van een formule

Slide 11 - Slide

1
4
3
  • Inhoud is hetzelfde als volume.
Inhoud/Volume berekenen
  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • Volume = 3 x 4 x 1 = 12 
cm3

Slide 12 - Slide

onregelmatige vormen
Het volume van onregelmatige voorwerpen kan je NIET bepalen met V=  l x b x h of met een maatcilinder.

We gebruiken dan de onderdompelmethode

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Onderdompelmethode
Vbegin = 15 ml

V eind = 24 mL

Vsteen = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm3

Slide 15 - Slide

Dichtheid

Slide 16 - Slide

1

Slide 17 - Video

2

Slide 18 - Video

02:26
Het zakje zand gaat naar beneden. Hoe noemen we dat?
A
drijven
B
zweven
C
zinken

Slide 19 - Quiz

03:24
Het gaat ook om de grootte van zo'n boot, zegt Diederik. Hiermee wordt bedoeld hoeveel ruimte iets in neemt. Hoe noemen we dat?
A
gewicht
B
volume
C
oppervlakte
D
massa

Slide 20 - Quiz

Massa en Volume
Massa -> maat voor de hoeveelheid stof -> weegschaal
Volume -> maat voor hoeveelheid ruimte -> Maatcilinder

Rechthoekig voorwerp: V = l x b x h

Onderdompelmethode
Onregelmatig voorwerp: V = Veind - Vbegin


Slide 21 - Slide

Met welke formule bereken je het volume van een rechthoekig blokje?

Slide 22 - Open question

Wat is het volume van het blokje?
A
10 ml
B
20 ml
C
19 ml
D
9 ml

Slide 23 - Quiz

Drijven, zinken, zweven
  • Stoffen met een kleinere dichtheid drijven
  • Stoffen met een grotere dichtheid zinken
  • Stoffen met gelijke dichtheid zweven



Slide 24 - Slide

Afsluiting
Dichtheid is een stofeigenschap
Hoe zwaar 1 kubieke centimeter (cm3) van een bepaalde stof is.
 


Drijven, zinken, zweven

Slide 25 - Slide

Opdrachten
Maak de volgende boek opdrachten:
4 t/m 15 van paragraaf 1.5

Slide 26 - Slide