This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
H1 Stoffen - 1.3 Zinken, zweven, en drijven
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp:
JA!
Telefoons in de telefoontas!
Slide 1 - Slide
De formule voor druk is
A
P=F*A
B
P=A/F
C
P=F/A
D
P=A*F
Slide 2 - Quiz
Met naaldhakken aan is de druk op de vloer kleiner dan met gewone schoenen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Een baksteen wordt op drie manieren op de vloer gezet. De baksteen oefent steeds druk uit op de grond. Wat kun je zeggen over de druk in deze 3 situaties?
A
De druk is bij 1 het grootst
en bij 2 het kleinst.
B
De druk is bij 1 het grootst
en bij 3 het kleinst.
C
De druk is bij 2 het grootst en bij 3 het kleinst
D
De druk is in alle drie de situaties even groot.
Slide 4 - Quiz
Wat is zwaarder? een kilo lood of een kilo veren
Wat is zwaarder? Een kilo lood of een kilo veren?
Slide 5 - Slide
Wat is zwaarder? een kilo lood of een kilo veren
Wat neemt meer ruimte in? Een kilo lood of een kilo veren?
Slide 6 - Slide
Zinken, zweven of drijven
.
Leg eens uit?!
Slide 7 - Slide
Leerdoelen 1.3
ik kan uitleggen wat dichtheid is
ik kan aan de hand van de dichtheid uitleggen of een stof drijft, zinkt of blijf zweven
ik weet op welke twee manieren ik het volume van een stof kan bepalen.
ik weet met welke formule ik dichtheid kan berekenen
ik kan de dichtheid uitrekenen.
ik kan aan de hand van de dichtheid bepalen met welke stof ik te maken heb.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
00:53
Water heeft een dichtheid van 1,0 g/cm3. IJzer heeft een dichtheid van 7,8 g/cm3. Hierdoor zou ....
A
IJzer drijven
B
IJzer zweven
C
Ijzer zinken
Slide 10 - Quiz
Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Uitleg van de wipwap
Dichtheid
Slide 11 - Slide
Dichtheid: is een stofeigenschap. Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter van een bepaalde stof is.
Formule voor dichtheid:
Dichtheid=VolumeMassa
Wat is de dichteid?
Slide 12 - Slide
Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58
cm3g
IJzer:
7,80
cm3g
De dichteid van water is 1,0 .
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.
Uitleg slide
Slide 13 - Slide
Dichtheid
Uitleg ombouwen van een formule
Slide 14 - Slide
1
4
3
Inhoud is hetzelfde als volume.
Inhoud/Volume berekenen
Volume = lengte x breedte x hoogte
Volume = 3 x 4 x 1 = 12
cm3
Slide 15 - Slide
onregelmatige vormen
Het volume van onregelmatige voorwerpen kan je NIET bepalen met V= l x b x h of met een maatcilinder.
We gebruiken dan de onderdompelmethode.
Slide 16 - Slide
onderdompelmethode
Vbegin = 15 ml
V eind = 24 mL
Vsteen = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm3
Slide 17 - Slide
dfa
fdaf
Onderzoekje 1
Van welke materiaal is het blokje gemaakt?
Pak één A4-papiertje.
Pak één dichtheidsblokje uit de bak.
Bepaal de massa van het blokje
Meet/bereken het volume van het blokje.
Bereken (op juiste manier) de dichtheid van van het blokje.
Zoek in binas op van welk materiaal het blokje is gemaakt.
Laat het controleren door de docent.
Herhaal stap 1 t/m 7 voor een ander blokje.
Gevraagd
Gegeven
Formule
Berekening
Antwoord + eenheid
Slide 18 - Slide
dfa
fdaf
Onderzoekje 2
Van welke materiaal is het blokje gemaakt?
Pak één A4-papiertje.
Pak één rond dichtheidblokje uit de bak.
Bepaal de massa van het blokje
Bepaal het volume van het blokje met de onderdompelmethode
Bereken (op juiste manier) de dichtheid.
Zoek in binas op van welk materiaal het blokje is gemaakt.