Je kunt de onderstaande leestekens op de juiste manier gebruiken:
Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
Je kunt leestekens op de juiste plaats in de zin zetten.
Je kunt een citaat toevoegen.
Slide 4 - Slide
Leestekens
Een zin eindigt met een leesteken:
Punt (gewone zin): De deelnemers presenteren hun act.
Vraagteken (vraagzin): Zijn ze erg zenuwachtig?
Uitroepteken (uitroep): Doe je best!
Slide 5 - Slide
Leestekens (,/:)
Een komma komt tussen twee persoonsvormen. Als jij kookt, doe ik de afwas.
Of bij een opsomming: Ik drink cola, bier, water en wijn.
Of voor verbindingswoorden. Ik ga naar huis,omdat ik niet fit ben.
Een dubbele punt gebruik je bij een opsomming, toelichting of een citaat (iemand zegt iets).
Slide 6 - Slide
Voorbeelden
Een dubbele punt gebruik je als je iets aankondigt of opsomt: Er zijn hier drie restaurants: een Turks, een Japans en een Iraans.
als je iemand citeert: Victor vroeg: ‘Doe jij het raam even open?’
Slide 7 - Slide
Leestekens (''...'')
Je schrijft aanhalingstekens als iemand iets zegt.
De directe rede of een citaat. Let goed op de plaats van de leestekens. 'Vanavond ga ik lekker op de bank hangen', zei Esmay. 'Wil jij het oud papier buitenzetten?' vroeg Ruben aan mij.
Bij de indirecte rede en bij gedachten gebruik je geen aanhalingstekens. Ruben vroeg aan zijn broer of hij het oud papier buiten wil zetten.
aanhalingstekens
Slide 8 - Slide
Zo citeer je
Zet voor het citaat een dubbele punt.
Begin het citaat met een hoofdletter en eindig met een punt, vraagteken of uitroepteken.
Zet het citaat tussen aanhalingstekens. Bijvoorbeeld:
- Jelte vroeg: ‘Kunt u mij meer informatie geven?’
- Tijdens de gymles gilde Sharon: ‘Dat durf ik niet!’
Slide 9 - Slide
Zo citeer je
Let op: als een citaat vooraan in de zin staat, gebruik je geen dubbele punt. Wel komt er een komma na het citaat en het aanhalingsteken.
- ‘Overmorgen ben ik jarig’, zei Jasper.
- ‘Wie heeft zin in een potje voetbal?’, vroeg Danique.
Slide 10 - Slide
Wat: Cursus 7, §2 Leestekens, opdracht 1 t/m 6B. in je online boek.