H7 Materialen

H7 MATERIALEN

1 / 32
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 MATERIALEN

Slide 1 - Slide

7.1 Materialen toepassen

Materialen gebruik je voor hun eigenschappen.


Koper geleid bijvoorbeeld elektriciteit, daarom gebruik je het voor elektriciteitskabels.

Slide 2 - Slide

timer
0:30
Noem een stofeigenschap

Slide 3 - Mind map

Hout

Hout is geschikt constructie- materiaal omdat:

- goed bestand tegen trek- en duwkrachten.

- goed verspaanbaar (goed bewerkt kan worden).

- houten onderdelen zijn goed met elkaar te verbinden.

Slide 4 - Slide

Verspaanbaarheid

Verspanende bewerkingen:

- Schaven

- Zagen

- Boren

- Vijlen


Houten onderdelen verbinden:

- Spijkers

- Schroeven

- Lijm

- Bouten en moeren

Slide 5 - Slide

Glas

Glas is geschikt verpakkingsmateriaal omdat:

- Glas zowel vloeistoffen als gassen tegenhoudt.

- Glas geen stoffen afgeeft aan de inhoud van de fles.

- Glas niet wordt aangetast door zuren in de vloeistof.

Slide 6 - Slide

Metalen

Metalen worden vaak door lassen of solderen aan elkaar verbonden. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

7.2 Van grondstof tot product
Hoogovens worden gebruikt om van ijzererts staal te maken. Het zijn ook letterlijk “hoge ovens”, daar komt de naam vandaan.

Slide 9 - Slide

Hoogovenproces
1e reactie: cokes met zuurstof.
cokes + zuurstof -> koolstofmono-oxide

2e reactie: ijzeroxide met koolstofmono-oxide.
ijzeroxide + koolstofmono-oxide -> ijzer + koolstofdioxide

Slide 10 - Slide

Blikstaal
Blikstaal mag maar weinig koolstof bevatten. Het staal moet gemakkelijk vervormbaar zijn, anders kun je er geen blikjes van maken. Staal met veel koolstof is sterk, maar bros.

Slide 11 - Slide

Reactievergelijking om van ruwijzer staal te maken.
Om uit ruwijzer bruikbaar staal te maken, moet het gehalte koolstof worden verlaagd. Dat kan door zuurstofgas door de afgetapte ijzermassa te blazen. Het koolstof reageert dan met het zuurstof tot koolstofdioxide

koolstof + zuurstof -> koolstofdioxide

Het percentage koolstof beïnvloedt de eigenschappen van het staal: hoe minder koolstof, hoe zachter dus beter vervormbaar het staal is.

Slide 12 - Slide

§7.3 Afvalverwerking
Afval kun je op verschillende manieren verwerken:
je kunt recyclen, verbranden en storten.

Slide 13 - Slide

7.3 Afvalverwerking
Afval kun je op verschillende manieren verwerken,
je kunt recyclen, verbranden en storten.

Slide 14 - Slide

timer
0:30
Welke soorten afval heb je?

Slide 15 - Mind map

Afvalverwerking
Afval wordt op de volgende manieren verwerkt:
  • Scheiden en hergebruiken (recyclen)
  • Composteren
  • Storten
  • Verbranden

Slide 16 - Slide

Binas 43
GFT: composteren

KCA: Klein chemisch afval

Slide 17 - Slide

Recyclen

Slide 18 - Slide

Restafval
Het restafval dat overblijft, gaat naar een vuilverwerkingsinstallatie.

Ook daar wordt aan afvalscheiding gedaan. Magneten halen staal en ijzer uit het afval. Er zijn ook technieken ontwikkeld om andere metalen, zoals aluminium en koper, uit het afval te halen.

Slide 19 - Slide

Afvalverbranding
Voordeel:
- Warmte kan je nuttig gebruiken
- Je hoeft afval niet te storten

Nadeel:
- Komt CO2 vrij
- Eventueel andere giftige gassen

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Wat is verschil tussen hergebruik en recycling?

Slide 24 - Open question

8.4 Materialen kiezen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Mengsels van materialen

Composiet: mengsel van kunststoffen


Legering: mengsel van metalen.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Materialen kiezen
* Materialen kies je op hun stofeigenschappen uit.
- Een belangrijke stofeigenschap is dichtheid.

Slide 29 - Slide

Met welke formule word dichtheid berekend
A
dichtheid = volume : massa
B
dichtheid = massa : volume
C
dichtheid = gewicht : volume
D
dichtheid = volume : gewicht

Slide 30 - Quiz

In welke tabel van Binas staan de dichtheden van Vloeistoffen?
A
Tabel 16
B
Tabel 27
C
Tabel 17
D
Tabel 15

Slide 31 - Quiz

Welk materiaal?
Waarom?

Slide 32 - Slide