hst 8 paragraaf 2 "van grondstof tot product"

Hst 7.2 "van grondstof tot product"
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hst 7.2 "van grondstof tot product"

Slide 1 - Slide

H7.2 van materiaal tot product
  • Binnen is beginnen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Mobiel uit en in de tas
  • Lees H7.2 op blz 132 t/m 141
  • Aandacht voor de docent (let op teken docent) 

Slide 2 - Slide

Vandaag
Herhaling paragraaf 1
Filmpje over het vak lasser
paragraaf 2 Hoogovenproces
Filmpje hoe staal wordt gemaakt in een hoogoven
Blikstaal
Reactievergelijking van ruwijzer tot staal

Slide 3 - Slide

van grondstof tot product


Hoogovens worden gebruikt om van ijzererts staal te maken. Het zijn ook letterlijk “hoge ovens”, daar komt de naam vandaan.

Slide 4 - Slide

Hoogovenproces
1e reactie: cokes met zuurstof.
cokes + zuurstof -> koolstofmono-oxide

2e reactie: ijzeroxide met koolstofmono-oxide.
ijzeroxide + koolstofmono-oxide -> ijzer + koolstofdioxide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Blikstaal
Blikstaal mag maar weinig koolstof bevatten. Het staal moet gemakkelijk vervormbaar zijn, anders kun je er geen blikjes van maken. Staal met veel koolstof is sterk, maar bros.

Slide 7 - Slide

Reactievergelijking om van ruwijzer staal te maken.
Om uit ruwijzer bruikbaar staal te maken, moet het gehalte koolstof worden verlaagd. Dat kan door zuurstofgas door de afgetapte ijzermassa te blazen. Het koolstof reageert dan met het zuurstof tot koolstofdioxide

koolstof + zuurstof -> koolstofdioxide

Het percentage koolstof beïnvloedt de eigenschappen van het staal: hoe minder koolstof, hoe zachter dus beter vervormbaar het staal is.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Leerdoelen H7.2
  • Je kunt van materialen eigenschappen benoemen.
  • Je kunt een keuze maken voor een materiaal voor een praktische toepassing op basis van eigenschappen.
  • Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
  • Je kunt manieren benoemen om verantwoord met afval om te gaan.
  • Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.
  • Je kunt de betekenis van de afkortingen kca en gft benoemen.

Slide 10 - Slide

Eigenschappen van materialen
  • Grondstoffen worden verwerkt tot halffabricaten of materialen. Elke materiaal heeft zijn eigen toepassingen.Dat ligt aan de eigenschappen van het materiaal.
  • Wat zijn materiaal eigenschappen?
  • wanneer gebruiken we welk materiaal?

Slide 11 - Slide

hout
ijzer staal
koper
glas
katoen wol
kunststoffen
pvc
polyester 

Slide 12 - Slide

Hout

Hout is geschikt constructie- materiaal omdat:

- goed bestand tegen trek en duwkrachten.

- goed verspaanbaar (goed bewerkt kan worden).

- houten onderdelen zijn goed met elkaar te verbinden.

Slide 13 - Slide

Verspaanbaarheid

Verspanende bewerkingen:

- Schaven

- Zagen

- Boren

- Vijlen


Houten onderdelen verbinden:

- Spijkers

- Schroeven

- Lijm

- Bouten en moeren

Slide 14 - Slide

Glas

Glas is geschikt verpakkingsmateriaal omdat:

- Glas zowel vloeistoffen als gassen tegenhoud.

- glas geen stoffen afgeeft aan de inhoud van de fles.

- glas niet wordt aangetast door zuren in de vloeistof.

Slide 15 - Slide

Metalen

Metalen worden vaak door lassen of solderen aan elkaar verbonden. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Aval
  • Van materialen kun je producten maken. Tijdens het productieproces ontstaan afvalstoffen.
  • Afval moet op een goede manier worden verwerkt, en dat kan op drie manieren:
-storten (het afval op een grote berg gegooid)
-verbranden ( +/- 20 % van het afval in Nederland wordt verbrand)
-nuttig gebruiken ( hergebruiken of recyclen en dat kan alleen als het afval gescheiden wordt ingeleverd)

Slide 18 - Slide

Afval scheiden
Afval kun je scheiden in :
-glas
-papier
-plastic
-gft
-kca
-kleiding

Slide 19 - Slide

GFT
groente, fruit en tuinafval
KCA
klein chemische afval

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken
  • Wat: Lees hoofdstuk 7.2 op blz. 132 t/m 141 en maak opgaven: 35 t/m 57 op blz. 134 t/m 139
  • Hoe: 20 min zelfstandig werken, daarna mogen jullie overleggen.
  • Hulp: Nova boek / Docent
  • Tijd: 25 min .
  • Uitkomst: 35 t/m 57 af
  • Klaar: Huiswerk opgaven 35 t/m 63 blz. 123 t/m 141.  
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Wat heb je geleerd?
  • Je kunt van materialen eigenschappen benoemen.
  • Je kunt een keuze maken voor een materiaal voor een praktische toepassing op basis van eigenschappen.
  • Je kunt manieren beschrijven van afvalverwerking.
  • Je kunt manieren benoemen om verantwoord met afval om te gaan.
  • Je kunt afval scheiden in verschillende soorten afval.
  • Je kunt de betekenis van de afkortingen kca en gft benoemen.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide