2.1 organen van dieren

2.1 Organen van dieren
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

2.1 Organen van dieren

Slide 1 - Slide

Planning
  • Leerdoelen
  • Orgaanstelsels van verschillende dieren. 
  • Zelfstandig werken
  • Volgende keer

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp.
  • Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.

Slide 3 - Slide

Organen van dieren
Waar denk je aan?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Orgaan: deel van een organisme met een of meer functies

Slide 7 - Slide

Deze orgaanstelsels moet je kennen. 
Weet je hoe ze heten?

Slide 8 - Slide

Organen van dieren
zoogdieren:
dezelfde organen en orgaanstelsels 

Slide 9 - Slide

Orga
Orgaanstelsels van dieren

Slide 10 - Slide

Ook insecten hebben organen en orgaanstelsels
Organen van dieren

Slide 11 - Slide

Welke organen zitten in de borstholte?
A
slokdarm en maag
B
hart en longen
C
longen en lever
D
luchtpijp en lever

Slide 12 - Quiz

een orgaan is een deel van een organenstelsel
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel

Slide 14 - Quiz

1
2
3
5
4
Maag
Nier
Long
Lever
Dikke darm

Slide 15 - Drag question

Aan de slag
KGT
Wat? 
Hoe? 
Hulp? 
Klaar? 

Havo
Wat? Lees 2.1 en maak 1 tot en met 7
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Nakijken!


Doelen:
Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp.
Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.
timer
5:00
KGT
Wat? Lees 2.1 en maak 1 tot en met 9
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.
Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO
Klaar?
Nakijken!

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Lees blz. 88, 89, 90 en maak opgaven 1 tot en met 9 
Hoe: Individueel, je mag fluisterend overleggen met de buren aan je tafel. 
Hulp: Kijk in je boek, vraag je buur, kom daarna bij mr. 
Tijd: 15 minuten
Klaar: Nakijken!
             

Slide 17 - Slide