What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2Mw herhaling t/m Chapitre 3 + futur proche
l'article = het lidwoord
bepaald = le, la, les
onbepaald = un, une, des
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
l'article = het lidwoord
bepaald = le, la, les
onbepaald = un, une, des
Slide 1 - Slide
..... père = de vader
A
un
B
la
C
une
D
le
Slide 2 - Quiz
.... mère = een moeder
A
un
B
la
C
une
D
le
Slide 3 - Quiz
..... enfants = kinderen
A
des
B
mes
C
les
D
tes
Slide 4 - Quiz
avoir = hebben
Slide 5 - Slide
ik heb
A
il a
B
j'ai
C
nous avons
D
tu as
Slide 6 - Quiz
men heeft
A
ils ont
B
elles ont
C
on a
D
tu as
Slide 7 - Quiz
la négation = de ontkenning
ne ...... pas
Je n'ai pas faim. Ik heb geen honger.
Slide 8 - Slide
Ik geef geen voorkeur aan thee.
Je ................. le thé.
A
ne pas préfère
B
préfère ne pas
C
pas préfère ne
D
ne préfère pas
Slide 9 - Quiz
regelmatige werkwoorden op -er
donner, parler, manger, préferer, aimer, détester, etc...
> -er
> + e, es, e, ons, ez, ent
Slide 10 - Slide
ik geef (donner)
A
tu donnes
B
tu donne
C
je donne
D
je donnes
Slide 11 - Quiz
u houd van (aimer)
A
il aime
B
vous aimez
C
on aime
D
nous aimons
Slide 12 - Quiz
être = zijn (onregelmatig)
je suis, tu es, il est, elle est, on est,
nous sommes, vous êtes, ils sont, elles sont
Slide 13 - Slide
je suis
A
jij bent
B
wij zijn
C
ik ben
D
jullie zijn
Slide 14 - Quiz
ils sont
A
zij zijn (jongens)
B
hij is (jongen)
C
zij zijn (meisjes)
D
zij is (meisje)
Slide 15 - Quiz
Quelle heure est-il?
Hoe laat is het?
Slide 16 - Slide
midi
A
12.00
B
6.00
C
24.00
D
18.00
Slide 17 - Quiz
minuit
A
12.00
B
6.00
C
24.00
D
18.00
Slide 18 - Quiz
13.45 uur =
Il est .......................................
A
une heure et quart
B
deux heures et quart
C
une heure moins le quart
D
deux heures moins le quart
Slide 19 - Quiz
futur proche
aller + hele werkwoord
je vais manger = ik ga eten
Slide 20 - Slide
ik ga mijn huiswerk maken
A
je vais faire mes devoirs
B
tu vas faire tes devoirs
C
je vas faire mes devoirs
D
tu vais faire tes devoirs
Slide 21 - Quiz
U gaat morgen naar school?
A
Nous allons à l'école demain?
B
Nous aller à l'école demain?
C
Vous allez à l'école demain?
D
Vous aller à l'école demain?
Slide 22 - Quiz
poser une question???
1. normaal > Tu es malade?
2. Est-ce que > Est-ce que tu es malade?
3. omkering > Es-tu malade?
Slide 23 - Slide
Stel een vraag
met behulp van "est-ce que"
Slide 24 - Open question
Vertaal:
"Heeft hij een hond?"
Slide 25 - Open question
Fin
devoirs: tâch/taaltaak + 3a, 3b, 3c, 3d
Slide 26 - Slide
More lessons like this
3Gb herhaling futur simple
January 2021
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
001 mot interrogatif +est-ce que
May 2023
- Lesson with
51 slides
Frans
Secundair onderwijs
1MH herhaling t/m Chapitre 3
June 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
La question sans/avec mot interrogatif (sans inversion)
October 2021
- Lesson with
32 slides
Frans
Secundair onderwijs
2425 H4 diagnostische toets gram 1 en 2 en voc 1 en 2
September 2024
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Poser une question.
February 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
ch 5 Objectif Santé cours 5 30 05 2024 HV2D
May 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Ch. 6, vraagzinnen en klok 2havo
May 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3