thema 6 - H2 - Spelling & grammatica les 1

Hebben jullie een fijne 
vakantie gehad?


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Hebben jullie een fijne 
vakantie gehad?


Slide 1 - Slide

Verwachtingen
- Jas uit 
- Telefoon weg
- Tijdens uitleg/ instructie luister je naar de docent
- Je doet actief mee
- We respecteren elkaars meningen en verschillen.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen in deze les?
- Herhalen sterke en zwakke werkwoorden
- Oefenen met werkwoorden
- Studiemeter maken
- Kahoot

Slide 3 - Slide

Doel
Aan het einde van deze les:

Hebben we tegenwoordige en verleden tijd herhaald.

Ken jij het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden

Slide 4 - Slide

Tegenwoordige tijd
Woorden die je vaak ziet: vandaag, nu, straks, morgen, het 3e uur, in de pauze

Ik eet
Hij slaapt
Wij werken

Het gebeurt nu / het gaat nog gebeuren

Slide 5 - Slide

Werkwoord
Zijn woorden voor dingen die je kunt doen zoals:

lopen
fietsen
rennen
eten
zingen

Slide 6 - Slide

Verleden tijd
Het is al geweest

Ik droomde over de vakantie....
Ik sliep net zo lekker....

Woorden die je vaak ziet: 
gisteren, vorige week, afgelopen maand


Slide 7 - Slide

Werkwoorden in de VT
Met werkwoorden in de verleden tijd is iets aan de hand.

We kennen sterke en zwakke werkwoorden.

Slide 8 - Slide

Zwakke werkwoorden

Slide 9 - Slide

Fietsen (tt)
De stam is fiets

Ik fiets
Jij fietst
Hij/Zij fietst
Wij fietsen
Fietsen (vt)
De stam is fiets

Ik fietste
Jij fietste
Hij/Zij fietste
Wij fietsten

Slide 10 - Slide

Sterke werkwoorden

Slide 11 - Slide

lopen (tt)
De stam is loop

Ik loop
Jij loopt
Hij/Zij loopt
Wij lopen
lopen (vt)
De stam is loop

Ik liep
Jij liep
Hij/Zij liep
Wij liepen

Slide 12 - Slide

Samenvatten
Zwak werkwoord:
klank blijft gelijk.

leven --> leefden
werken --> werkten
lenen --> leenden

Klinkt hetzelfde!!

Sterk werkwoord:
Klank verandert

Vallen --> vielen
drinken --> dronken
rijden --> reden

Klinkt helemaal anders!!!

Slide 13 - Slide

Samen oefenen
We gaan samen kijken of je de instructie begrepen hebt.
Je krijgt 2 sleepvragen die je gaat maken.

Een zwak werkwoord klinkt altijd hetzelfde in de verleden tijd
Rennen --> renden
Een sterk werkwoord klinkt anders in de verleden tijd
zwemmen --> zwommen

Slide 14 - Slide

Zwak werkwoord

praten

doen

fietsen

drinken

denken

plaatsen

duiken

rennen

Slide 15 - Drag question

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen
Eten
Gamen
Kijken
Voetballen
Bakken

Slide 16 - Drag question

sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
lopen
slapen
pakken
gapen
schrijven
bakken
schijnen
gamen
fietsen
klimmen
verhuizen

Slide 17 - Drag question

Aan de slag
- Studiemeter
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Nakijken
We bespreken de antwoorden van opdracht 2,3 en 4
Verbeter de fouten in je schrift.

Slide 19 - Slide

Studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord

1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik op via-vooraf op weg naar 1F
4. klik op thema 6 spelling en grammatica

Slide 20 - Slide