TA - Hart- en vaatziekten overzicht

Hart- en vaatziekten

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hart- en vaatziekten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Hart (en vaatziekten)

Hormonen

Nieren

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke vaten vervoeren zuurstofrijk bloed?
A
De aorta en de longader
B
De aorta en de longslagader
C
De holle ader en de longader
D
De holle ader en de longslagader

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hart- en vaatziekten
- Wat is aderverkalking?
- Waar kan het klachten geven?
- Wat voor medicatie gebruiken ptn met hart- en vaatziekten?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Atherosclerose/Arteriosclerose
  • "Aderverkalking" in de volksmond
  • "Verouderingsziekte"
  • Leefstijl gerelateerd
  • Komt veel voor: circa 10% bevolking

Slide 5 - Slide

Atherosclerose is een belangrijke veroorzaker van hart en vaatziekten.



Risicofactoren:
* Roken
* Alcoholgebruik
* Hoge bloeddruk
* Hoog cholesterol
* Hoge leeftijd
* Mannelijk geslacht
* Overgewicht
* Diabetes
* Erfelijkheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Ziekte van de vaatwanden

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Arteriosclerose
* Wand van slagaderen wordt stugger 
--> hoge bloeddruk

* Vorming van plaques
--> vaten raken vernauwd

* Als plaque open scheurt:
trombus --> bloedvat geblokkeerd

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Trombose: stolsel (trombus) blokkeert bloedvat

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

"Aderverkalking"
Kan optreden in bloedvaten in het hele lichaam

Trombose: kan op meerdere plekken ontstaan

Klachten door vernauwing: kan ook op meerdere plekken!

Klachten: afhankelijk van locatie -->

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vernauwing van slagader:

Etalagebeen (claudicatio intermittens)


Angina Pectoris


Volledige blokkade van slagader door trombus:

?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hartinfarct
Bloedpropje sluit kransslagader af

Deel hartspier krijgt geen bloed en zuurstof meer en sterft af.

Pijn op de borst die NIET weggaat

Wat moet ik doen? zie EHBO/BHV lessen:
112 bellen, bij circulatiestilstand reanimeren, AED etc.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is er aan de hand bij een hartinfarct?
A
Bloedprop blokkeert kransslagader
B
Longslagader is geblokkeerd
C
Kransslagader is vernauwd
D
Hartklep laat los

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Angina Pectoris
Angina pectoris: pijn op de borst
  • Vernauwing van kransslagader
  • Hartspier krijgt onvoldoende zuurstof bij inspanning (ischaemie)

Typische symptomen Angina pectoris:
  • Klemmende/drukkende pijn op de borst
  • Uitstraling naar arm/keel/rug
  • Bij inspanning/emotie/warmte/kou/eten
  • Pijn gaat weer weg in rust of na medicijnen


Slide 14 - Slide

Typisch voor angina pectoris is een beklemmende of drukkende pijn op de borst. De pijn kan een benauwd gevoel geven, alsof er een knellende band om de borst zit.
De pijn straalt soms uit naar armen, hals, kaak, rug of maagstreek en kan samengaan met zweten of misselijkheid. Een aanval trekt meestal weg in rust of na het innemen van speciale medicijnen (tabletje of spray onder de tong).
Behandeling aanval Angina Pectoris:
  • Isosorbidedinitraat (ISDN)
  • Nitroglycerine
  • Tabletje of spray onder de tong: sublinguale toediening: snelle opname
  • Werkt vaatverwijdend --> betere doorbloeding hartspier
  • Hebben patiënten met angina pectoris vaak zelf bij zich: zie hun dossier of vraag het. Werkt binnen een paar minuten.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bij welke aandoening wordt de kransslagader geblokkeerd door een trombus, waardoor een deel van de hartspier afsterft?
A
Hartinfarct
B
Trombosebeen
C
Angina Pectoris
D
Longembolie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Medicatie hart- en vaatziekten (atherosclerose)
Mensen met atherosclerose gebruiken vaak meerdere medicijnen tegelijk om kans op o.a. een hartinfarct te verkleinen

  • Cholesterolverlagers (statines)
  • Bloeddruk verlagende medicijnen: antihypertensiva
  • 'Bloedverdunners' (aka anticoagulantia, stollingremmers, antitrombotica)

Slide 17 - Slide

Aggregatieremmer is een ander woord voor bloedverdunner
Voorbeelden antihypertensiva (bloeddrukverlagers)
- Vaatverwijders

- Diuretica: meer water en zout uitscheiden via de nieren

- Beta-blockers: houden hartslag laag

Slide 18 - Slide

Aggregatieremmer is een ander woord voor bloedverdunner
ADH is een hormoon dat invloed heeft op het water en zout gehalte in ons lichaam.
Wanneer het lichaam een tekort aan water ervaart dan;
A
Gaat de hypothalamus meer ADH aanmaken
B
Gaat de hypothalamus minder ADH aanmaken
C
Gaat de hypofyse meer ADH aanmaken
D
gaat de hypothalamus minder ADH aanmaken

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

ADH
  • Antidiuretisch hormoon  (ADH)
  • Gemaakt in de hypothalamus
  • via hypofyse in het bloed
  • stimuleert de terugresorptie van water

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Urine bestaat
A

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Welke onderdelen missen bij getal nummer 3 en 4?
A
Nierbekken en Nierschors
B
Nierschors en Niermerg
C
Niermerg en urinebuis
D
Nierbekken en urineleider

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

De hypofyse is de belangrijkste endocriene klier (hormoonklier). Twee hormonen worden eerst opgeslagen in de hypothalamus voordat we het bloed ingaan
A
Oxytocine en ADH
B
Prolactine en ADH
C
Oxytocine en FSH
D
Prolactine en FSH

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions