Hoofdstuk 2, les 2



Hoofdstuk 2 
Jij en je geld




Paragraaf 2
Waarom zou je sparen?
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson



Hoofdstuk 2 
Jij en je geld




Paragraaf 2
Waarom zou je sparen?

Slide 1 - Slide



Vorige week

- Directe en indirecte ruil
- Nieuwe saldo berekenen
- Manieren van betalen
- Twee soorten geld 


Vandaag

- Redenen om te sparen
- Rente
- Rente berekenen
- Geldfuncties

Slide 2 - Slide

Huiswerk van vorige week
3.  a. Indirect    b. Indirect    c. Direct

9. 

Oud saldo
Bij
Af
Nieuw saldo
€ 100,00
€ 34,60
€ 21,45
€ 113,15
€ 13,45
€ 4,50
€ 12,00
€ 5,95
€ 257,98
€ 559,72
€ 125,00
€ 692,70
€ 2.006,00
€ 780,00
€ 2500,00
€ 286,00
€ 19,95
€ 12,00
€ 30,00
€ 1,95

Slide 3 - Slide

14.
Directe ruil
Indirecte ruil
Saldo
Elektronisch betalen
Het bedrag dat op je bank- rekening staat
Ruil waarbij je geld als ruilmiddel gebruikt. Je koopt dus iets
Betalen via internet, met je bankpas of met je telefoon
Je ruilt een goed of dienst tegen iets anders zonder geld te gebruiken

Slide 4 - Slide

Waarom zou jij sparen?

Slide 5 - Mind map

0

Slide 6 - Video

Beloning voor je spaargeld

Slide 7 - Slide

Rente berekenen
Formule
Rentebedrag per jaar = 
Spaarbedrag : 100 x rentepercentage

Slide 8 - Slide

Functies van geld
- Geld als ruilmiddel
- Geld als spaarmiddel
- Geld als rekenmiddel

Slide 9 - Slide


Jeroen spaart omdat hij daar een vergoeding voor krijgt.
Hoe noem je de reden dat Jeroen spaart?
A
Sparen uit voorzorg
B
Sparen voor een doel
C
Sparen voor plezier
D
Sparen voor rente

Slide 10 - Quiz


Stef heeft zijn laptop kapot laten vallen. Gelukkig heeft hij geld op zijn spaarrekening staan.
Hoe noem je de reden dat Stef heeft gespaard?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor plezier

Slide 11 - Quiz


Ik wil graag naar de GP van Oostenrijk.
Hoe noem je de reden dat ik spaar?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen uit voorzorg
C
Sparen voor rente
D
Sparen voor plezier

Slide 12 - Quiz

Tekst
 Julia heeft € 500,- op haar spaarrekening staan. Hierover ontvangt zij 2,8% rente. Vul de verhoudingstabel op de juiste manier in. (De percentages staan boven in de tabel)
€ 500,-
100 %
2,8%
   1%
€ 14,-
€ 5,-

Slide 13 - Drag question

Geld als ruilmiddel
Geld als spaarmiddel
Geld als rekenmiddel
Om iets te kunnen kopen

Om de waarde van iets aan te geven
Om later geld uit te kunnen geven

Slide 14 - Drag question

Wat :              Opdracht 18 t/m 34
Hoe :              Alleen of in tweetallen
Hulp :             Ja, steek je hand op en ik kom bij je :)
Tijd :               Tot 11.45 uur
Uitkomst :    De lesdoelen
Klaar? :          Even rustig iets voor je zelf gaan doen
Opdrachten maken

Slide 15 - Slide

- Redenen om te sparen
- Rente
- Rente berekenen
- Geldfuncties

Slide 16 - Slide