5.5.3. De nieren

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Slide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Kun je te veel water drinken?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen:
masterclass vogelspotten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning
di 16/01: BS 4 De nieren
do 18/01: BS 5 De huid

di 23/01: microscopie practicum lever/nieren/ huid
do 25/01: PO eindopdracht

do 01/02: deadline PO + herhaalles

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
Herhaling bs3: de lever
Basisstof 4: de nieren
 - filmpje
- opdracht



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

In welke bloedvaten vindt gaswisseling plaats met cellen?
A
Haarvaten
B
Slagaders
C
Aders
D
Bij allemaal

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Doorbloeding van de lever
Sleep de naam van het bloedvat naar de juiste plek in de afbeelding.
leverader
leverslagader
poortader

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Insuline
Glucagon

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

  • door insuline zet de lever glucose om in glycogeen
  • door glucagon zet  de lever glycogeen om in glucose.
  • Opslag glycogeen: lever (regulering bloedsuiker) en spier

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zuurstof gaat hier de lever in
Veel voedingsstoffen komen de lever binnen
Hier mondt de galgang in uit
Bloed stroomt de lever uit
Poortader
Leverader
Leverslagader
Twaalfvingerige darm

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Welke functies heeft de lever? (meerdere juiste antwoorden)
A
Gal en fibrinogeen produceren
B
Glycogeen opslaan, voedingsstoffen bewerken
C
Eiwitten en gifstoffen afbreken
D
Ureum uitscheiden

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk bespreken

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Noem 3 voorbeelden van een uitscheidingsorgaan

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Wanneer de galwegen verstopt zijn, ontstaat een gele huid en een gelig oogwit (geelzucht). Leg uit waardoor dit verschijnsel ontstaat.

Een ander gevolg van verstopte galwegen is dat de ontlasting vettig is. Leg uit waardoor dit komt.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de functies van de lever?
6. Produceren ureum
 Als overtollige aminozuren worden verbrandt ontstaat er CO2 en NH3 (ammoniak)
 Ammoniak (NH3) is giftig en wordt omgezet in ureum
 Ureum wordt uit het lichaam verwijderd door de nieren

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 4: de nieren
Boek 5, Thema 5: Gaswisseling en uitscheiding

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw, werking en functies van de nieren en de urinewegen beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Kies wat je wilt doen
- Opdracht bouw en werking van de nieren (classroom - periode 2)
- kleurplaat nieren
Hulp nodig?
Lees Th 5 bs 4 de nieren
Kom naar mijn bureau
Klaar?
Lees Th 5 bs 4 de nieren
Maak de vragen 27 t/m 31
Aan de slag!
timer
30:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Bouw van de nier
  • Nierschors, niermerg, nierbekken 
  • nierslagader en nierader
  • urineleider
  • 1 miljoen niereenheden (nefronen)

Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Nieren
  • In nierschors en niermerg liggen nefronen
  • Nefronen bestaan uit nierbuisjes
  • Nierbuisjes monden uit in verzamelbuisjes en die weer in nierbekken
  • Nierbuisje start met nierkapseltje (kapsel van Bowman), heeft twee gekronkelde delen en een lus (lis van Henle)
  • Haarvaten uit nierslagader: glomerulus
  • Diameter afvoerende arteriolen klein, zorgt voor hoge bloeddruk glomerulus
  • Veroorzaakt ultrafiltratie naar nierkapsel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Niereenheid = nefron

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vorming van urine

Lichaam van Malpighi

Door bloeddruk wordt deel van het bloed uit glomerulus in de holte van het kapsel van Bowman wordt geperst: Ultrafiltratie


Vocht in kapsel van Bowman: voorurine.

Voorurine bevat:

water/glucose/aminozuren/opgeloste zouten/afvalstoffen

Voorurine bevat geen:

grote bloedeiwitten/bloedcellen/bloedplaatjes

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Vorming urine

In een niereenheid (nefron) wordt urine gevormd.


De ultrafiltratie in lichaampjes van Malpighi --> vorming van voorurine


Terugresorptie heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle, verzamelbuis, tubulus




Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Het bereiken van homeostase. Hoe werkt ADH?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Boek 5, thema 5, Basisstof 4: de nieren
Lees blz. 82 t/m 86

Hulp nodig?
schrijf je vraag op
Klaar?
Begin met het maken van de opdrachten
 27 t/m 31
Aan de slag!
timer
10:00

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN behaald?
  • Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 31 - Drag question

This item has no instructions

Je drinkt erg weinig. Wat gebeurt de ADH concentratie? En de terugresorptie van water?
A
ADH neemt toe, terugresorptie toe
B
ADH neemt af, terugresorptie toe
C
ADH neemt toe, terugresorptie af
D
ADH neemt af, terugresorptie af

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

In welk gedeelte van een nefron (niereenheid) wordt ervoor gezorgd dat een mens zo veel mogelijk water uit de voorurine terugresorbeerde, zodat hij slechts kleine hoeveelheden urine produceerde?
A
In de Lis van Henle
B
In het kapsel van Bowman
C
In het nierbuisje
D
In de glomerulus

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 5, Thema 5, Basisstof 3: de nieren
vraag 27 t/m 31

Slide 34 - Slide

This item has no instructions