5.5.3. De nieren & 5.5.4 De huid

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Biologie
Mevr. Zwijns (zwn@sgdc.nl)
WELKOM!

Slide 1 - Slide

Biologen houden zich bezig met de levende natuur.
Een levend wezen noem je een organisme
Feitje van de dag
Urine werd ooit gebruikt als tandwitter...

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Mededelingen:
masterclass vogelspotten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Planning
di 16/01: BS 4 De nieren
do 18/01: BS 5 De huid

di 23/01: herhaalles
do 25/01: PO eindopdracht

do 01/02: deadline PO + herhaalles

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we deze les doen?
Basisstof 4: de nieren uitleg
Opdracht homeostase
Basisstof 5: zelfstandig




Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 4: de nieren
Boek 5, Thema 5: Gaswisseling en uitscheiding

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de bouw, werking en functies van de nieren en de urinewegen beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de nieren

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bouw van de nier
  • Nierschors, niermerg, nierbekken 
  • nierslagader en nierader
  • urineleider
  • 1 miljoen niereenheden (nefronen)

Bijnier = hormoonklier die bovenop elke nier ligt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Nieren
  • In nierschors en niermerg liggen nefronen
  • Nefronen bestaan uit nierbuisjes
  • Nierbuisjes monden uit in verzamelbuisjes en die weer in nierbekken
  • Nierbuisje start met nierkapseltje (kapsel van Bowman), heeft twee gekronkelde delen en een lus (lis van Henle)
  • Haarvaten uit nierslagader: glomerulus
  • Diameter afvoerende arteriolen klein, zorgt voor hoge bloeddruk glomerulus
  • Veroorzaakt ultrafiltratie naar nierkapsel

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Niereenheid = nefron

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vorming van urine

Lichaam van Malpighi

Door bloeddruk wordt deel van het bloed uit glomerulus in de holte van het kapsel van Bowman wordt geperst: Ultrafiltratie


Vocht in kapsel van Bowman: voorurine.

Voorurine bevat:

water/glucose/aminozuren/opgeloste zouten/afvalstoffen

Voorurine bevat geen:

grote bloedeiwitten/bloedcellen/bloedplaatjes

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vorming urine

In een niereenheid (nefron) wordt urine gevormd.


De ultrafiltratie in lichaampjes van Malpighi --> vorming van voorurine


Terugresorptie heropname bruikbare stoffen in het bloed: lis van Henle, verzamelbuis, tubulus




Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Het bereiken van homeostase. Hoe werkt ADH?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk bespreken

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Opdracht homeostase
We vullen één deel gezamenlijk in (de huid)
De andere delen vult ieder voor zich in
je mag overleggen
Hulp nodig?
kom naar mijn bureau
Klaar?
Begin met het maken van de opdrachten van basisstof 5: de huid
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Het bereiken van homeostase. Hoe werkt ADH?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Wat?
Boek 5, thema 5, basisstof 5: de huid
opdracht 33 t/m 36
Hulp nodig?
kom naar mijn bureau
Aan de slag!
timer
20:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN behaald?
  • Je kunt de bouw, werking en functies van de lever beschrijven
  • Je kunt uitleggen hoe het interne milieu min of meer constant wordt gehouden door de lever

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De juiste volgorde van het uitscheidingsstelsel is...
A
Nieren - Blaas - Urineleider
B
Nieren - Urineleider - Blaas
C
Urineleider - Nieren - Blaas
D
Urineleider - Blaas - Nieren

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Nierschors
Niermerg
Nierbekken
Nierader
Nierslagader

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions

Waar in de nier vindt ultrafiltratie plaats?
A
Glomerulus
B
Urineleider
C
Lis van Henle
D
Verzamelbuis

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Je drinkt erg weinig. Wat gebeurt de ADH concentratie? En de terugresorptie van water?
A
ADH neemt toe, terugresorptie toe
B
ADH neemt af, terugresorptie toe
C
ADH neemt toe, terugresorptie af
D
ADH neemt af, terugresorptie af

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

In welk gedeelte van een nefron (niereenheid) wordt ervoor gezorgd dat een mens zo veel mogelijk water uit de voorurine terugresorbeerde, zodat hij slechts kleine hoeveelheden urine produceerde?
A
In de Lis van Henle
B
In het kapsel van Bowman
C
In het nierbuisje
D
In de glomerulus

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de huid?
A
orgaan
B
weefsel
C
orgaanstelsel
D
cel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Het is koud. Wat gebeurt er met de bloedvaten in je huid en met de haartjes op de huid?
A
Bloedvaten -> Wijder Haartjes -> Rechtop
B
Bloedvaten -> Nauwer Haartjes -> Rechtop
C
Bloedvaten -> Wijder Haartjes -> Plat
D
Bloedvaten -> Nauwer Haartjes -> Plat

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Hoofdstuk 5, Thema 5, Basisstof 5: de huid
vraag 33 t/m 36

Slide 28 - Slide

This item has no instructions