1TK1_29-01

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat hebben we vorige les gedaan?
  • Magister: heeft iedereen zijn/haar oortjes bij zich?
  • Grandes Lignes: terugblik op vorige les: onderdeel spreken
  • Uitleg regelmatig werkwoord op -er
  • Grandes Linges: maken opdrachten deel D

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Slidevraag over woordjes A en B
  • Korte herhaling uitleg regelmatige werkwoorden op -er
  • Grandes Lignes: onderdeel E, regarder (= kijken)
  • Spreken: iets bestellen
  • Afronding: wat hebben we geleerd?


Slide 3 - Slide

manger
et
je prends
le thé
la pizza
le chocolat
acheter
le légume
eten
en
de groente
ik neem
kopen
de chocolade
de thee
de pizza
Sleep het juiste Nederlandse woordje naar het juiste Franse woordje

Slide 4 - Drag question

But (doel) van deze les
  • Je gaat oefenen met regelmatige werkwoorden die eindigen op de letters -er. Aan het eind van de les kun je deze gebruiken.

Slide 5 - Slide

Werkwoorden
Wat is ook alweer een 'werkwoord'?
  • Een werkwoord is een woord dat zegt wat iemand doet of wat er gebeurt.
  • Voorbeelden in het Nederlands: 
  • lopen, eten, slapen


Slide 6 - Slide

Regelmatige werkwoorden in het Frans
  • regelmatig werkwoord = wordt volgens regels vervoegd
  • de meeste Franse werkwoorden eindigen op de letters-er. Voorbeeld van een werkwoord dat eindigt op -er = donner
  • Als je -er van het werkwoord afhaalt, houdt je de stam over. Achter de stam zet je de uitgang. 
  • De stam van donner is dus donn.



Slide 7 - Slide

donner = geven
Als je de letters-er van donner hebt afgehaald, houd je de stam over -> donn. Daarna plak je er de uitgang achter.
                uitgang      donner                         geven
je            -e                  je donne                     ik geef
tu            -es               tu donnes                  jij geeft
il elle      -e                 il/elle donne             hij / zij geeft
on            -e                 on donne                   wij geven
nous       -ons           nous donnons         wij geven
vous        -ez             vous donnez              jullie geven / u geeft
ils/elles  -ent          ils/elles donnent     zij geven

Slide 8 - Slide

Welke letters haal je van het werkwoord donner af om de stam te krijgen?
A
donn
B
donner
C
er
D
donn

Slide 9 - Quiz

Hoe zeg je 'u/jullie geeft/geven' in het Frans?
A
tu donnes
B
nous donnons
C
vous donnez
D
ils donnent

Slide 10 - Quiz

Maken: Grandes Lignes hoofdstuk 2, onderdeel D
16a: kijk naar de 2 voorbeeldjes en doe 1 t/m 4 op dezelfde manier
16b: bekijk/beluister het filmpje en lees de uitleg 
16c: luister en kies de letters de je niet hoort. Bij 1 is dat de 'e'
16d: vul de juiste vormpjes in
17a: kies het juiste werkwoord (houd je blaadje met woordjes erbij)
17b: kijk naar het voorbeeld en vul aan
17c: vul de juiste werkwoordsvorm in
Klaar? Steek je vinger op.                    

 

Slide 11 - Slide

Grandes Lignes hoofdstuk 2, onderdeel E 
regarder (= kijken)
Je gaat een filmpje bekijken waarin jongeren boodschappen doen. Aan het eind van deze les kun je iets kopen in het Frans. 

Slide 12 - Slide

Maken Grandes Lignes hoofdstuk 2, 
onderdeel E

20a: samen kijken tot 1:30. Wat vinden de jongeren op het strand?
20d: samen kijken. Lees de beweringen en vink aan of ze vrai (waar) of faux (niet waar) zijn
21: kies het juiste woord. De woorden worden in het filmpje gezegd. Kijk op je blaadje als je een woord niet kent.
22a: zet de zinnen in de juiste volgorde



Slide 13 - Slide

Spreken: iets kopen

Slide 14 - Slide

Wat hebben we deze les gedaan?
  • Slidevraag over woordjes A en B
  • Korte herhaling uitleg regelmatige werkwoorden op -er
  • Grandes Lignes: onderdeel E, regarder (= kijken)
  • Spreken: iets bestellen 

Slide 15 - Slide