ZPO4V3b 23-2-2017 Week 3 Goed artikel schrijven

Lesdoelen
  • Je weet hoe je een goed artikel schrijft
  • Je hebt toegang tot de info hierover op Lesson Up
  • Je hebt je eerste bouwwerken gemaakt met mindmaps
  • De eerste redactievergadering is geweest voor een aantal
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AfstudeerprojectMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Je weet hoe je een goed artikel schrijft
  • Je hebt toegang tot de info hierover op Lesson Up
  • Je hebt je eerste bouwwerken gemaakt met mindmaps
  • De eerste redactievergadering is geweest voor een aantal

Slide 1 - Slide

Een goed geschreven artikel bestaat uit 3 delen

Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 2 - Slide

Het belangrijkste:
Iedereen werkt anders.
De een begint met een plan, de ander begint gewoon te schrijven en gaat later structuur erin brengen.
Ken je jouw manier?
Durf te schrijven!

Slide 3 - Slide

Onderwijsontwikkeling
Van nu tot 2025:
‘Wat moet wie waar veranderen?’

Slide 4 - Slide

Welk thema heb je gekozen: Creativiteit of Natuur en Techniek? Welk werkveld heb je gekozen: PO, VO, MBO of HBO?

Slide 5 - Open question

Welke artikel/rubriek ideeën heb je al?

Slide 6 - Open question

Wat wil jij bespreken in de redactie-vergadering?

Slide 7 - Open question

Schrijfdoel
Bedenk eerst:
wat voor doel heeft de tekst, 
wat  wil je met de tekst bereiken. 

Bijvoorbeeld:
amuseren: de lezer vermaken door iets te vertellen wat leuk is, spannend of ontroerend.
activeren: je wilt de lezers aanzetten om iets te doen
informeren: lezers uitleggen hoe iets in elkaar zit of hoe iets moet
opiniëren: je wilt je mening geven over iets, of je wilt de lezer een mening laten vormen
overtuigen: je wilt dat de lezers jouw mening overnemen

Slide 8 - Slide

Benaderingswijzen
Hoe  wil je het onderwerp benaderen?
Zes manieren:


historisch: vanuit de geschiedenis
actueel: je bekijkt het vanuit hoe iets nu is
technisch: je gaat na hoe iets in elkaar zit en hoe het werkt
maatschappelijk: welke invloed heeft het op de maatschappij/samenleving?
kritisch: je bekijkt het kritisch, je geeft jouw mening
persoonlijk: je vertelt over hoe je het zelf hebt ervaren, of over wat je hebt meegemaakt

Slide 9 - Slide

Hoofdgedachte

De meeste teksten hebben een hoofdgedachte: 
Wat moet de lezer absoluut onthouden? 

Je moet de hoofdgedachte formuleren in 1 zin.

Slide 10 - Slide

Inleiding-een à twee alinea's
Inleiding heeft meestal twee functies:
-de aandacht van de lezer trekken
-het onderwerp moet bekend worden

Je kunt de aandacht trekken door : (WAT-inhoud)
-een actualiteit 
-de geschiedenis (van het onderwerp)
-een voorbeeld
-het belang voor de lezer te noemen

Slide 11 - Slide

Inleiding- vervolg
Je kunt het onderwerp introduceren door: (HOE)
-een of meerdere vragen te stellen
-een probleem te formuleren
-een mening te geven
-de opbouw van de tekst aankondigen
In het middenstuk kun je die vragen dan gaan beantwoorden, de oplossingen geven, of uitleg geven.

Slide 12 - Slide

Middenstuk
Belangrijkste gedeelte van de tekst. 

Deelvragen stellen maakt het makkelijker om  middenstuk te schrijven. 
Beantwoord in elke alinea een deelvraag .

Schrijf bouwplan met de belangrijkste dingen die je in de alinea's gaat zetten. Je kunt ook tussenkopjes (niet teveel) gebruiken om opbouw van tekst te verduidelijken. 

Slide 13 - Slide

Slot
In slot komt hoofdgedachte terug.
Vertel in het slot  niet iets nieuws.
Afsluiten door:
-een samenvatting geven
-een afweging maken
-een toekomstverwachting geven
-een aansporing geven
Sluit tekst met krachtige zin af.

Slide 14 - Slide

Titel
Aantrekkelijke titel die lezers nieuwsgierig maakt. 

Bedenk titel nadat je de tekst geschreven hebt.

Slide 15 - Slide

Meelezen
Lees elkaars artikelen en geef feedback met de tips over het schrijven van een goed artikel.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Redactievergadering
Aan het werk!

Slide 19 - Slide

Afronding
Wat heeft deze les/werktijd jou opgeleverd? Kijk ook naar de lesdoelen van dia 1.

Slide 20 - Open question