Bedenk eerst:
wat voor doel heeft de tekst,
wat wil je met de tekst bereiken.
Bijvoorbeeld:
amuseren: de lezer vermaken door iets te vertellen wat leuk is, spannend of ontroerend.
activeren: je wilt de lezers aanzetten om iets te doen
informeren: lezers uitleggen hoe iets in elkaar zit of hoe iets moet
opiniëren: je wilt je mening geven over iets, of je wilt de lezer een mening laten vormen
overtuigen: je wilt dat de lezers jouw mening overnemen