T5 B5: Gedrag

B5: Gedrag
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

B5: Gedrag

Slide 1 - Slide

Na deze les:
  • Kun je uitleggen wat gedrag is.
  • Kun je uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  • Kun je het verschil uitleggen tussen observatie en interpretatie van gedrag.

Slide 2 - Slide

Gedrag
Alles wat een mens of dier doet.
Lachen, stilstaan, geuren afgeven, slapen, geluiden maken etc.

Slide 3 - Slide

Welke van deze handelingen zijn een voorbeeld van gedrag?
A
Boodschappen doen
B
Praten met vrienden
C
Een film kijken
D
Alle drie

Slide 4 - Quiz

Gedrag
  • Gedrag bestaat uit handelingen
  • Handelingen hebben een doel
  • Handelingen hebben soms een vaste volgorde: gedragsketen

Slide 5 - Slide

Wat is een voorbeeld van een gedragsketen?
A
Bij het ruiken van eten krijg je honger
B
Na het smeren van een boterham eet je deze op omdat je honger hebt.
C
Je stoot je hand tegen een tafel en trekt deze terug
D
Bij het plotseling zien van fel licht sluit je je ogen

Slide 6 - Quiz

Gedrag
Gedrag: is de respons op een prikkel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De fysioloog Pavlov had honden zo getraind dat zij begonnen te kwijlen bij het horen van een belletje.
Wat is de respons in dit gedrag?
A
Het horen van het belletje
B
Het getraind zijn
C
Het kwijlen

Slide 9 - Quiz

Oorzaak gedrag
  • Inwendige prikkels: Inwendige factor zoals dorst, hoger en kou.
  • Uitwendige prikkels: Invloed vanuit het milieu zoals temperatuur of geluid.

Motivatie is de bereidheid tot het uitvoeren van bepaald gedrag.

Slide 10 - Slide

Een eendenkuikentje wordt door een snoek in zijn poot gebeten. Het eendje ziet de snoek niet, maar piept hard en probeert weg te zwemmen.
Wordt het piepen veroorzaakt door een inwendige prikkel of een uitwendige prikkel?
A
Door een inwendige prikkel
B
Door een uitwendige prikkel

Slide 11 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat huisdieren die altijd kunnen eten, niet de hele dag door eten?
A
Zodra een huisdier heeft gegeten, is de uitwendige prikkel lager
B
Zodra een huisdier heeft gegeten, is de uitwendige prikkel hoger
C
Zodra een huisdier heeft gegeten, wordt de motivatie om meer te eten lager
D
Zodra een huisdier heeft gegeten, wordt de motivatie om meer te eten hoger

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt gedrag bepaald?
-Aangeboren: Erfelijke factoren bepalen (instinct)
-Aangeleerd:  Als gedrag ontstaat door leren

Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag. 

Slide 13 - Slide

In de afbeelding zie je het gedrag van een jong eendje tijdens de laatste dagen in het ei en tijdens het uitkomen van het kuikentje.
Zijn de handelingen 1 tot en met 6 alleen aangeboren, alleen aangeleerd of zowel aangeboren als aangeleerd?
A
Alleen aangeboren
B
Alleen aangeleerd
C
Zowel aangeboren als aangeleerd

Slide 14 - Quiz

Sociaal gedrag
Het gedrag van soortgenoten naar elkaar. Een prikkel wordt hier signaal genoemd.
  • Territoriumgedrag
  • Dreiggedrag
  • Aanvalsgedrag
  • Vluchtgedrag
  • Baltsgedrag

Slide 15 - Slide

Menselijk gedrag
Vaak beïnvloed door normen en waarden,
Normen: Gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden.
Waarden: Dingen die mensen belangrijk vinden in het leven.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Huiswerk
Leren en maken Basisstof 5 van Thema 5 in je werkboek. (1 t/m 4 heb je al moeten leren en dit komt erbij)


Maak de test jezelf online en leer de flitskaarten van Basisstof 5
Lees Basisstof 6 alvast door!




Slide 18 - Slide