Commercieel oefentoets

12 Toetsvragen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

12 Toetsvragen

Slide 1 - Slide

Een bedrijf wil op korte termijn mensen overhalen om product X van het bedrijf te kopen. Op welke doelgroep kan het bedrijf zich het beste richten?
A
De groepen mensen die het product al heeft
B
De groep mensen die al overweegt het product te kopen
C
De groep die nog nog van het product gehoord hebben
D
De groep mensen die niet overweegt het product te kopen

Slide 2 - Quiz

Een startende ondernemer heeft besloten om alleen te verkopen via een webshop.
Bij welke P hoort de beslissing om alleen via de webshop te gaan verkopen?

A
Prijs
B
Presentatie
C
Promotie
D
Plaats

Slide 3 - Quiz

Wat hoort niet bij de artikelkennis van een product?
A
De houdbaarheid van het product
B
Waar het product gemaakt is
C
Welke ingrediënten het product bevat
D
In welke winkel het product te koop is

Slide 4 - Quiz

Welk product behoort tot het assortiment van een drogist?
A
Kalender
B
Koffie
C
Shampoo
D
Fruit

Slide 5 - Quiz

Een klant wil een vaatwasser kopen. De verkoper zegt tegen de klant: “Dit model is erg energiezuinig.”

Welke artikelkennis heeft de verkoper?

A
Inhoudelijke artikelkennis
B
Praktische artikelkennis
C
Commerciële artikelkennis
D
Technische artikelkennis

Slide 6 - Quiz

De groenteboer verkoopt ook brood. Onder wat voor soort assortiment valt het brood bij deze groenteboer?
A
Randassortiment
B
Kernassortiment
C
Follow-up assortiment
D
Concurrerend assortiment

Slide 7 - Quiz

Welke btw-tarief geldt er voor noodzakelijke goederen?
A
0%
B
9%
C
19%
D
21%

Slide 8 - Quiz

Als je snoep graag wilt verkopen moet je dit plaatsen in het gouden schap voor kinderen, zodat ze er direct tegen aan kijken als ze rondlopen. Dit schap zit tussen de 80 en 120 cm vanaf de grond. Welk schap is dit?
A
Het schap op reikhoogte
B
Het schap op ooghoogte
C
Het schap op grijphoogte
D
Het schap op bukhoogte

Slide 9 - Quiz

Wanneer zal de prijs van benzine in ieder geval dalen?
A
Als het aanbod daalt en de vraag stijgt
B
Als het aanbod daalt en de vraag daalt
C
Als het aanbod stijgt en de vraag daalt
D
Als het aanbod stijgt en de vraag stijgt

Slide 10 - Quiz

Wat is een andere naam voor de prijs inclusief btw?
A
Inkoopprijs
B
Consumentenprijs
C
Nettoverkoopprijs
D
Btw-prijs

Slide 11 - Quiz

Bij de supermarkt worden de oude pakken melk vooraan gezet en denuieuwe pakken melk achteraan. Hoe heet deze manier van vullen?
A
Lifo
B
Fifo
C
Facing
D
Display

Slide 12 - Quiz

De prijs van een rekenmachine is € 10,75 exclusief 21% btw.
Bereken de consumentenprijs.

Slide 13 - Open question

. Een klant koop voor €79,95 schoenen in de schoenenwinkel.
Bereken hoeveel btw de klant betaalt.

Slide 14 - Open question