4.5 Een werkplan

4.5 Een Werkplan
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.5 Een Werkplan

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
4.5.8 Je kunt een werkplan lezen en (met hulp) uitvoeren.



In het werkplan staat hoe je een onderzoek uitvoert. Voor je begint, lees je het hele werkplan. Je weet dan wat je nodig hebt. En je weet hoe je de resultaten gaat noteren. Dat is vaak in een tabel.




Slide 2 - Slide

Weten jullie nog dat we het over de stappen van een onderzoek hebben gehad?

Slide 3 - Slide

De stappen van onderzoek: 1 Onderzoeksvraag

Slide 4 - Slide

De stappen van onderzoek: 2 Hypothese

Slide 5 - Slide

De stappen van onderzoek: 3 Werkplan
De stappen van onderzoek: 3 Werkplan

Slide 6 - Slide

De stappen van onderzoek: 4 De uitvoering

Slide 7 - Slide

De stappen van onderzoek: 5 De resultaten

Slide 8 - Slide

De stappen van onderzoek: 6 De conclusie
De conclusie is jouw antwoord op de onderzoeksvraag

Slide 9 - Slide

Stap 3: Een werkplan
Vandaag staan we even stil bij het werkplan

Slide 10 - Slide

Proefgroep en controlegroep
Soms werk je met een proefgroep en een controlegroep. Elke groep bestaat uit meerdere organismen, zoals zaadjes of plantjes. Met de proefgroep doe je het onderzoek. Met de controlegroep doe je niets. Op die manier weet je na het onderzoek of er verschil is.
Een onderzoeker kijkt bijvoorbeeld naar de invloed van cola op de concentratie van jongeren. De proefgroep zijn dan jongeren die cola drinken. De controlegroep zijn jongeren die geen cola drinken.

Slide 11 - Slide

Voorbeeld:

Spinnen krijgen verschillende drugs (proefgroep)
Dan kijken  we naar het spinnenweb dat ze maken. Om te weten of het spinnenweb normaal is moet je ook een controlegroep hebben die geen drugs krijgen

Onafhankelijke variabele: de drugs die ik toedien
Afhankelijke variabele: de vorm van het spinnenweb
Controle variabele: de spin die niets krijgt. 
Variabelen die gelijk moeten blijven: voeding, vocht, daglicht, temperatuur, enz.
Positieve controle: er zeker van zijn dat het enige actieve bestandsdeel de drug is. 

Slide 12 - Slide

Gelijke omstandigheden
De omstandigheden zijn voor beide groepen gelijk. Alleen de invloed die je onderzoekt, verschilt. Bijvoorbeeld: je onderzoekt het kiemen van zaadjes met en zonder water. Dan zet je de groepen weg bij dezelfde temperatuur en met evenveel licht. Alleen de hoeveelheid water is verschillend. Als je nu verschillen vindt, weet je dat het door het water komt, en niet door iets anders.

Slide 13 - Slide

Voldoende organismen
Een onderzoek doe je altijd met meerdere organismen. Zou je maar één organisme onderzoeken, dan kan het resultaat toeval zijn. Het organisme kan bijvoorbeeld ziek zijn, zonder dat je het weet.
Op school kun je niet altijd met meerdere organismen werken. Dan gebruik je de resultaten van je klasgenoten. Zo heb je toch resultaten van meerdere organismen.

Slide 14 - Slide

8 Je kunt een werkplan lezen en (met hulp) uitvoeren.
• In het werkplan staat hoe je een onderzoek uitvoert.
– Voor je begint, lees je het hele werkplan.
• Soms doe je onderzoek met een proefgroep en een controlegroep.
– Alleen de invloed die je onderzoekt, is voor beide groepen anders.
Op die manier weet je na het onderzoek of er verschil is.
• Een onderzoek doe je met meerdere organismen.


Onthoud

Slide 15 - Slide

Aan het werk! Bio voor Jou
Wat? 4.5 Een werkplan - opdrachten 1 en 2

1B Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 
1A Waar? In je boek. Blz. 34 en 35

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf!

timer
1:00

Slide 16 - Slide