1 vmbo-bk thema 4.5 Stevigheid en beweging: Een werkplan

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Thema 4 Stevigheid en beweging

4.5 Een werkplan

wat gaan we vandaag doen?

herhalen 4.4 Spieren

leerdoelen vandaag

nieuwe theorie: 4.5 Een werkplan

zelf aan de slag

herhalen leerdoelen

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

Als je een spier ontspant, wordt de spier....

1. korter en dikker
2. langer en dunner
3. korter en dunner
4. langer en dikker

Als spier 2 korter wordt, wordt spier 4...

1. Korter
2. Langer

Hoe heet spier 1?
Hoe heet spier 2?

1. Nr 1: armbuigspier Nr 2: armstrekspier
2. Nr 1=armstrekspier Nr 2=armbuigspier

Kippenvel ontstaat door spieren. Wat klopt over deze spieren?

1. De spieren zitten vast aan botten
2. De spieren bevinden zich in de huid
3. Het komt zowel voor dat deze spieren aan botten als aan de huid vast zitten

Een spier heeft altijd een spier die tegenovergesteld werkt

1. waar
2. niet waar

leerdoelen vandaag

Aan het einde van de les:

- kan je een werkplan lezen en (met hulp) uitvoeren.

Inleiding

In het werkplan staat hoe je een onderzoek uitvoert.

Voor je begint, lees je het hele werkplan.

Je weet dan wat je nodig hebt.

En je weet, hoe je de resultaten gaat noteren.

Dat is vaak in een tabel.

even

herhalen

4.5 Een werkplan

Soms werk je met een proefgroep en een controlegroep.

Elke groep bestaat uit meerdere organismen, zoals zaadjes of plantjes.

Met de proefgroep doe je het onderzoek.

Met de controlegroep doe je niets.

Op die manier weet je na het onderzoek of er verschil is.

4.5 Een werkplan

Een onderzoek kijkt bijvoorbeeld naar de invloed van cola op de concentratie van jongeren.

De proefgroep zijn dan de jongeren die cola drinken.

De controlegroep zijn jongeren die geen cola drinken.

4.5 Een werkplan

De omstandigheden zijn voor beide groepen gelijk.

Alleen de invloed die je onderzoekt, verschilt.

Bijvoorbeeld: je onderzoekt het kiemen van zaadjes met en zonder water. Dan zet je de groepen weg bij dezelfde temperatuur en met evenveel licht. Alleen de hoeveelheid water is verschillend. Als je nu verschillen vindt, weet je dat het door het water komt en niet door iets anders.

4.5 Een werkplan

Een onderzoek doe je altijd met meerdere organismen.

Zou je maar één organisme onderzoeken, dan kan het resultaat toeval zijn. Het organisme kan bijvoorbeeld ziek zijn, zonder dat je het weet.

Op school kan je niet altijd met meerdere organismen werken. Dan gebruik je de resultaten van je klasgenoten. Zo heb je toch resultaten van meerdere organismen.

VRAGEN??

zelf aan de slag

4.5 Een werkplan: lees de tekst en maak de opdrachten:

opdracht 1 en 2

(vanaf blz. 34)

herhalen leerdoelen

Aan het einde van de les:

- kan je een werkplan lezen en (met hulp) uitvoeren.