Stap 1: Bepaal welk woord je wil vertalen (mijn, jouw, jullie, etc)
Stap 2: Kijk in welk rijtje je zit (mon, ton, son, notre, votre, leur)
Stap 3: Kijk of het ''bezit'' in de zin mannelijk, vrouwelijk of meervoud is
Stap 4: Pas het juiste bezittelijk voornaamwoord toe