This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 7 Voortplanting bij planten
Slide 1 - Slide
Thema 7.3 Bevruchting KGT
7.4 Bevruchting BB
Hw controle
Absenties
7.2 herhalen en 7.3 bespreken
Opdrachten maken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
herhaling 7.2
Bestuiving = stuifmeelkorrels op stempel zelfde soort
Slide 3 - Slide
BESTUIVING
1
2
3
4
5
6
7
8
Slide 4 - Drag question
7.3 kgt
7.4 bb
Slide 5 - Slide
Na de bestuiving moeten de stuifmeelkorrel en de eicel in het zaadbeginsel bij elkaar zien te komen.
Als ze versmelten, is stap één van de voortplanting geslaagd.
Slide 6 - Slide
Bevruchting
Na bestuiving kan bevruchting plaatsvinden:
uit stuifmeelkorrel groeit een stuifmeelbuis,
deze groeit naar het zaadbeginsel met een eicel
Als de buis een zaadbeginsel heeft bereikt, barst de top
van de stuifmeelbuis open. De kern van de stuifmeelkorrel
dringt de eicel binnen.
Bevruchting: samensmelting van kern van eicel en
de stuifmeelkorrel
Slide 7 - Slide
Op de stamper liggen stuifmeelkorrels. Uit elke stuifmeelkorrel is een buisje gegroeid. Zo’n buisje heet een stuifmeelbuis.
De stuifmeelbuizen groeien door de stijl naar de zaadbeginsels in het vruchtbeginsel. Aan het eind van elke stuifmeelbuis zit een celkern. Door de stuifmeelbuis gaat de kern van een stuifmeelkorrel naar een zaadbeginsel toe.
Slide 8 - Slide
Als de buis een zaadbeginsel heeft bereikt, barst de top van de stuifmeelbuis open. De kern van de stuifmeelkorrel dringt de eicel binnen.
Een stuifmeelkorrel is een mannelijke geslachtscel. De eicel is een vrouwelijke geslachtscel.
De kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel. Dit noem je bevruchting. Bevruchting is het versmelten van de kern van een mannelijke geslachtscel met de kern van een vrouwelijke geslachtscel. Door bevruchting ontstaat een bevruchte eicel.
Slide 9 - Slide
bevruchte eicel
Na de bevruchting gaat de bevruchte eicel zich delen.
Uit de bevruchte eicel ontstaat zo een kiem. Uit het zaadbeginsel ontstaat een zaad.
Elk zaad bevat een kiem. Als het zaad kiemt, groeit uit de kiem een kiemplantje.
Slide 10 - Slide
Kiem
na bevruchting
bevruchte eicel deelt
ontstaat kiem
Zaad
na bevruchting
zaadbeginsel groeit
hieruit onstaat zaad
elk zaad bevat een kiem
na kiemen van zaad:
uit kiem: kiemplantje
Slide 11 - Slide
zaadlob
worteltje, stengeltje en blaadjes = kiem
Slide 12 - Slide
Meerdere stuifmeelbuizen tegelijk door de stijl groeien.
groeien naar verschillende zaadbeginsels.
In elk van deze zaadbeginsels kan de eicel worden bevrucht.
dan ontstaat er een zaad. Er kunnen dus meerdere zaden ontstaan in een vruchtbeginsel.
geen bevruchting = geen kiem en geen zaad
Slide 13 - Slide
d3clkn2tk03bff.cloudfront.net
Slide 14 - Link
Heeft hier bestuiving plaatsgevonden? En bevruchting?
A
wel bestuiving, geen bevruchting
B
zowel bestuiving als bevruchting
C
wel bevruchting, geen bestuiving
D
geen bestuiving, geen bevruchting
Slide 15 - Quiz
In welke volgorde verloopt de voortplanting bij planten?
A
bestuiving, bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis
B
bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis, bevruchting
C
bevruchting, bestuiving, ontstaan van de stuifmeelbuis
D
bevruchting, ontstaan van de stuifmeelbuis, bestuiving