1.2 Spanningen in Europa

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

1.2 Spanningen in Europa

• Machtsverhoudingen in Europa
• Nationalisme
• Modern Imperialisme
• Bondgenootschappen
  

Europese grootmachten

Aan het einde van de 19e eeuw namen de spanning in Europa toe

Dit had vier belangrijke oorzaken

• Nationalisme
• Modern Imperialisme
• Bondgenootschappen
• Wapenwedloop
  

Nationalisme

Landen willen eenheid binnen de grenzen

Dus overeenkomsten ipv. verschillen, denk aan:

-Etniciteit
-Taal
-Geschiedenis
-Koning
-Traditie
-Religie

Oftewel: dezelfde cultuur

Én het gevoel dat wij beter zijn dan zij
Door bijvoorbeeld: Verheerlijking van het leger: militairisme

-Ieder volk hoort een eigen land te krijgen
-Elke natie hoort in eigen staat te krijgen

De Frans-Duitse oorlog (1870-1871)

Modern Imperialisme

Door de industriële revolutie had men meer grondstoffen nodig (voor in de fabrieken
Veel van deze grondstoffen zijn alleen buiten europa te halen

•  Zoals (rubber/ olie/ katoen)

• Fabrieken in Europa willen hun gebieden verkopen
   Koloniën zijn voor de fabrieksbazen afzetgebieden (plekken waar je je spullen kan verkopen)

• Veroveren ging makkelijk door allerlei uitvindingen

      (Wapens/ vaccinaites/ stoomschepen/ betere communicatie)

• Nationalisme:
   Europese landen vonden dat je pas een succesvol land kon zijn als je koloniën had!
  
• Superioriteitsgevoel: het idee dat jouw "ras" beter is dan de ander

Bondgenootschappen

• Landen beloven elkaar te steunen tijdens oorlog

• Zo ontstaan er in Europa twee kampen
• Frankrijk, Groot-Brittanië en Rusland
• Duitsland, Oostenrijk-Hongarije het Ottomaanse Rijk
• Hoezo is dit onhandig?
  

Wapenwedloop

• Ook waren landen bezig om op snel tempo véél en betere wapens dan de ander te produceren
• Er is sprake van een race om zoveel mogelijk wapens te maken