This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Beeldspraak
Herhaling:
vergelijking
metafoor
personificatie
Slide 1 - Slide
Wat is dat eigenlijk, beeldspraak?
Slide 2 - Open question
Slide 3 - Video
00:25
De broze economie is als een plantje.
Dit is een...
A
vergelijking
B
metafoor
Slide 4 - Quiz
00:37
De broze economie is als een plantje...
A
economie = object
plantje = beeld
B
plantje = object
economie = beeld
Slide 5 - Quiz
01:59
Het kabinet krijgt de hoofdprijs. De hoofdprijs =
A
vergelijking
B
metafoor
Slide 6 - Quiz
02:30
De man die de grondwet aan zijn xenofobische laars lapt. 'Iets aan je laars lappen'=
A
vergelijking
B
metafoor
Slide 7 - Quiz
03:11
De huidige economie is als een fietser die alleen overeind blijft als hij steeds harder gaat fietsen.
Dit is een...
A
vergelijking
B
metafoor
Slide 8 - Quiz
03:19
De economie is als een fietser die steeds harder moet fietsen om overeind te blijven.
A
De economie = object
een fietser...etc. = beeld
B
De economie = beeld
een fietser...etc. = object
Slide 9 - Quiz
03:58
De bijstandsmoeders moeten door steeds hogere hoepels springen.
A
vergelijking
B
metafoor
Slide 10 - Quiz
Personificatie
Je hebt nu de vergelijking en de metafoor weer gezien. Hoe zit het eigenlijk met de personificatie. Weet je daar nog iets vanaf?
Slide 11 - Slide
Wat is volgens jou een personificatie?
Slide 12 - Open question
“Voor zich zag hij Hotel Overlook, spottend ver weg, dat vanuit de vele ramen naar hem leek te staren alsof het een wedstrijd was waar het slechts matig in geïnteresseerd was. * Beschrijf hoe de personificatie in dit stukje in elkaar zit.