Onderdeel 1 cursus 7 spelling paragraaf 1 hoofdletters

Onderdeel 1 Cursus 7 spelling paragraaf 1 hoofdletters
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Onderdeel 1 Cursus 7 spelling paragraaf 1 hoofdletters

Slide 1 - Slide

Start van de les!
Bij de start van de les heb je op tafel:
- Je boek Nieuw Nederlands (blz. 214 en 215)
- Je schrift 
- Je pen/etui


timer
1:30

Slide 2 - Slide

Wat we doen
  • Doelstelling
  • Uitleg 'hoofdletter'
  • Aan de slag 

Slide 3 - Slide

Doelstellingen:
  • Je leert hoofdletters op de juiste manier gebruiken. 

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruiken we hoofdletters?

Slide 5 - Open question

In welk voorbeeld wordt de hoofdletter niet goed gebruikt?
A
December
B
Sinterklaas
C
's Avonds
D
Spanje

Slide 6 - Quiz

In welk voorbeeld wordt de hoofdletter niet goed gebruikt?


A
Linda de Mol
B
RTL 4
C
Zaterdag
D
Ik hou van Holland

Slide 7 - Quiz

Wanneer gebruiken we een hoofdletter?
A
dagen van de week
B
de maanden van het jaar
C
namen van personen
D
de seizoenen

Slide 8 - Quiz

Zoek de fout.
'S avonds rennen Erik en Rogier een rondje door Landgraaf.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Link

Dus....zo gebruik je hoofdletters!
  • aan het begin van elke zin: In het weekend heb ik een muur in mijn slaapkamer blauw geverfd.

  • bij namen: Noah, de Rivierenlaan, Hengelo, Walibi, Albert Heijn, Apple.

  • bij woorden die van namen afgeleid zijn: Engelse drop, de Máximaschool.

Slide 11 - Slide

Let op!!! 
Soms verwacht je misschien een hoofdletters, maar wordt dit met een kleine letters geschreven:

  • namen van dagen: woensdag
  • namen van maanden: december
  • seizoenen: winter
  • windstreken: westen

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
  • We lezen samen 'Herkenbare televisie' (blz. 214)
  • Aan de slag met opdracht 1
  • We kijken samen.  
timer
6:00

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
  • Maken opdracht 2 t/m 4. 
  • Niet klaar is = huiswerk.  
timer
20:00

Slide 14 - Slide

Dus....
Wanneer gebruiken een hoofdletter?

Slide 15 - Open question

'S morgens eet Lisa altijd een boterham met Nutella.
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Gebruik de hoofdletters op de juiste manier.

op 5 december rijdt sinterklaas met ozosnel over de daken.

Slide 17 - Open question

Waar is de hoofdletter goed gebruikt?
A
Januari
B
Hemelvaart
C
Noorden
D
Dinsdag

Slide 18 - Quiz

Vond je deze paragraaf moeilijk of makkelijk?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Waarom vind je dat?

Slide 20 - Open question

Vragen?

Slide 21 - Open question