Trede 17 les 1

Trede 17 les 1
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Trede 17 les 1

Slide 1 - Slide

Stillezen 10 minuten
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welk vijf leesdoelen zijn er?

Slide 6 - Open question

Wat is een tekstdoel? Probeer dat in je eigen woorden uit te leggen.

Slide 7 - Open question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • weet je dat een schrijver met zijn tekst altijd een bedoeling heeft.

  • kun je de verschillende tekstdoelen benoemen en uitleggen.

  • kun je voorbeelden geven van teksten met een bepaald tekstdoel.

  • kun je het tekstdoel van een tekst herkennen.  
Tekst

Slide 8 - Slide

Tekstdoel (1)
Een schrijver heeft altijd een bedoeling met het schrijven van een tekst, bijvoorbeeld uitleggen hoe je pannenkoeken bakt. Je  moet dan een recept  kunnen lezen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Tekstdoelen (2)
  • In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft de schrijver maar 1 doel met zijn tekst. Als er meer doelen zijn en er wordt gevraagd naar het doel, kies dan het belangrijkste doel. 
  • Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
  • Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Lees de tekst.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is het
doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 15 - Quiz

Leg uit waarom dit een amuserende tekst is.

Slide 16 - Open question

Lees de tekst.

Slide 17 - Slide

Wat is het doel van de tekst?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
activeren

Slide 18 - Quiz

Wat kun je van deze informatie leren?

Slide 19 - Open question

Als het doel informeren is, is de tekst dan objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 20 - Quiz

Als het doel overtuigen is, is de tekst dan objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 21 - Quiz

Als het doel instrueren (instuctie geven)is, is de tekst dan objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 22 - Quiz

Als het doel instrueren (instuctie geven)is, is de tekst dan objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

tekstopbouw

Slide 27 - Slide

Wat weet je al over tekstopbouw?

Slide 28 - Open question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • kun je verschillende leesstrategieën zijn hanteren

  • kun je informatieve teksten lezen.

  • kun je de hoofdgedachte van een tekst weergeven.

  • kun je verschillende tekstdelen (inleiding, middenstuk en slot) herkennen.

  • relaties leggen tussen tekstdelen en teksten.
Tekst

Slide 29 - Slide

Tekstopbouw
= De tekst staat in een logische volgorde.

  • een driedeling: Inleiding - kern - slot.
  • een tweedeling: Inleiding - kern (nieuwsberichten).

Slide 30 - Slide

Tekstopbouw: driedeling
Inleiding = Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden.Kort stukje

Kern= Meer informatie over het onderwerp.Het langste deel.

Slot = Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Link

Inleiding
Slot
Je maakt kennis met het onderwerp van de tekst
Hier wordt een conclusie getrokken.
Het belangrijkste uit de tekst wordt kort samengevat.
Er wordt een gebeurtenis beschreven.
De vraag uit de inleiding wordt beantwoord.
Een mening over het onderwerp wordt gegeven.

Slide 33 - Drag question

Slide 34 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 35 - Mind map

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 36 - Mind map