What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H4 Spelling ww
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog van Spelling H4?
Theorie Spelling H4 werkwoorden
Opdrachten maken bij Spelling H4 werkwoorden
Doel van deze les: Je weet hoe je werkwoordsvormen
op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) correct kunt spellen.
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog van Spelling H4?
Theorie Spelling H4 werkwoorden
Opdrachten maken bij Spelling H4 werkwoorden
Doel van deze les: Je weet hoe je werkwoordsvormen
op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) correct kunt spellen.
Slide 1 - Slide
Spelling H4
Wat is de juiste spelling?
Slide 2 - Slide
gezelschap + spel
A
gezelschapsspel
B
gezelschapspel
Slide 3 - Quiz
Klik op de goede samenstelling:
pan + koek
A
pannekoek
B
pannenkoek
Slide 4 - Quiz
pannenkoek
want:
het eerste deel is een znw met een meervoud op -en
(extra 'n' nodig vanwege uitstpraak;
anders staat er 'panenkoek')
Slide 5 - Slide
Klik op de goede samenstelling:
seconde + wijzer
A
secondenwijzer
B
secondewijzer
Slide 6 - Quiz
secondewijzer
want
het eerste deel is wel znw,
maar heeft twee meervoudsvormen:
seconden en secondes
Slide 7 - Slide
Spelling werkwoorden H4
Wat weet je nog?
Slide 8 - Slide
Wat is de pv-vt-zwak?
Jullie verven - Jullie (...)
Slide 9 - Open question
Persoonsvorm in de verleden tijd:
sterke en zwakke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
veranderen niet van klank: maak - maakte
enkelvoud: ik-vorm tt + 'de' of 'te':
stuurde, fietste
meervoud: ik-vorm tt + 'den' of 'ten':
stuurden, fietsen
Om te weten of je -te(n) of -de(n) schrijft, kijk je naar de laatste letter van het hele werkwoord min 'en' en gebruik je 't Kofschip.
Sterke werkwoorden
veranderen wel van klank: lopen - liep
Je gebruikt de verlengproef om erachter te komen of het woord op een -d of een -t eindigt. binden - bond, zitten - zat
Schrijf het woord zo kort mogelijk, behalve als het voor de uitspraak nodig is.
Slide 10 - Slide
Geef aan hoe je de pv schrijft en of het een sterk of zwak werkwoord is. kleven (vt)
Nog altijd […] de kauwgom aan mijn schoen.
Slide 11 - Open question
Een voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Van een voltooid deelwoord kun je een
bijvoeglijk naamwoord
maken.
Schrijf het bijvoeglijk naamwoord zo kort en eenvoudig mogelijk.
teleurstellen - teleurgesteld (vd) - een teleurgesteld (bn) mens
verwoesten - verwoest (vd) - het verwoeste (bn) huis
Soms moet je voor de uitspraak -tt- of -dd- schrijven:
bekladden - beklad (vd) - de bekladde (bn) mur
Slide 12 - Slide
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord?
Slide 13 - Open question
Schrijf het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord op.
de (verwoesten) stad
Slide 14 - Open question
Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord.
(bakken) .... brood
Slide 15 - Open question
Kijk per zin of het werkwoord als een voltooid deelwoord of als bijvoeglijk naamwoord is opgeschreven. Sleep het juiste vakje naar de zin.
Voltooid deelwoord
Bijvoeglijk naamwoord
De broek is gescheurd.
Het verlichte standbeeld staat voor het station.
De boom is omgehakt.
De militairen brachten de bevrijde gijzelaars naar het hospitaal.
Slide 16 - Drag question
Wat is de juiste spelling?
Een maand geleden ... (verpoten) de eigenaar van de volkstuin zijn plantjes.
A
verpootte
B
verpoote
C
verpotte
D
verpote
Slide 17 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
... (verblinden) de laagstaande zon gisteren de chauffeur van het bestelbusje?
A
verblinde
B
verblindde
Slide 18 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
Het ... (verwennen) kind wilde niet op zijn beurt ... (wachten).
A
verwende, wachtten
B
verwendde, wachten
C
verwende, wachten
D
verwendde, wachtten
Slide 19 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
De zakenman ... (trachten) zijn mooi ... (inrichten) penthouse vorig jaar voor enkele maanden te verhuren.
A
trachte, ingerichte
B
trachtte, ingerichtte
C
trachtem ingerichtte
D
trachtte, ingerichte
Slide 20 - Quiz
Aan het werk
Maak opdracht
Slide 21 - Slide
In hoeverre heb je het lesdoel gehaald:
Ik kan werkwoordsvormen op -de(n), -dde(n), -te(n) en -tte(n) correct kunt spellen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 22 - Poll
More lessons like this
H4 Spelling ww
February 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling - Meer lastige werkwoordsvormen
March 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww
January 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww
April 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2K - Spelling H4: Lastige werkwoordsvormen
April 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww
June 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww
April 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H4 Spelling ww: meer lastige werkwoordsvormen
April 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2