Wiskunde 6 februari 2025

1 / 34
next
Slide 1: Slide
BeroepsoriëntatiePraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les :
 - Weet je wat er gebeurd als je warme of koude blokjes uit de           ketel haalt
-  Kan je plus- en min sommen maken met negatieve getallen.

Slide 2 - Slide

Herhaling
 - positieve, negatieve en neutrale getallen
- de tekens <, > en =
- tegengestelde getallen

Slide 3 - Slide

Positief getal: boven 0


Neutraal getal: 0


Negatief getal: onder 0

Slide 4 - Slide

Wat voor getal is -25?
A
Positief getal
B
Negatief getal
C
Neutraal getal
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 5 - Quiz

Wat voor getal is 15?
A
Positief getal
B
Negatief getal
C
Neutraal getal
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 6 - Quiz

Wat voor getal is 0?
A
Positief getal
B
Negatief getal
C
Neutraal getal
D
Geen van de genoemde antwoorden

Slide 7 - Quiz

>     is groter dan       5 > 2

<     is kleiner dan      5 < 7

=    is gelijk aan        4 = vier   

Slide 8 - Slide

Welk teken moet hiertussen?

-12 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 9 - Quiz

Welk teken moet hiertussen?

12 ..... 5
A
<
B
>
C
=

Slide 10 - Quiz

Tegengestelde

Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn
even ver van 0


 -3 is het tegengestelde getal van 3

 -4 is het tegengestelde getal van 4

8,45 is het tegengestelde getal van -8,45 

Slide 11 - Slide

Wat is het tegengestelde getal van -37?

Slide 12 - Open question

Wat is het tegengestelde getal van 9?

Slide 13 - Open question

-3
-7
-7
7
-10
-10
Sleep naar de goede plek
Positieve getallen
Negatieve getallen
>
=
<

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Tekst
stijgt
daalt

Slide 16 - Drag question

Je haalt twee koude blokjes uit de ketel
Je haalt tien warme blokjes uit de ketel
Je doet drie koude blokjes in de ketel
Je doet twee warme blokjes in de ketel

Slide 17 - Drag question

Als er warme blokjes uit de ketel worden gehaald, wordt het dan warmer of kouder in de ketel?
A
warmer
B
kouder

Slide 18 - Quiz

Op welke 2 manieren kun je de temperatuur in de ketel laten stijgen?
A
Warme blokjes erin stoppen (++)
B
Koude blokjes erin stoppen (+-)
C
Warme blokjes eruit halen (-+)
D
Koude blokjes eruit halen (--)

Slide 19 - Quiz

Het is 3 graden in mijn ketel.

Ik doe 1 warmte-blokje in de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder?




3° 

Slide 20 - Slide

Het is 3 graden in mijn ketel.
Ik doe 1 warmte-blokje in de ketel.

Hoeveel graden wordt de ketel?
A
2
B
4
C
-3
D
3

Slide 21 - Quiz

Het is 4 graden in mijn ketel.

Ik haal 2 warmte blokjes UIT de ketel. 
Wordt het soepje warmer of kouder? 





4° 

Slide 22 - Slide

Het is 4 graden in mijn ketel.
Ik haal 2 warmte-blokjes uit de ketel.

Hoeveel graden wordt de ketel?
A
2
B
4
C
-4
D
6

Slide 23 - Quiz

Het is 0 graden in mijn ketel.

Ik stop 5 kou-blokjes IN de ketel.  
Wordt het soepje warmer of kouder? 








0° 

Slide 24 - Slide

Het is 0 graden in mijn ketel.
Ik doe 5 kou-blokjes in de ketel.

Hoeveel graden wordt de ketel?
A
5
B
-2
C
-5
D
50

Slide 25 - Quiz

Het is -5 graden in mijn ketel.

Ik stop 2 kou-blokjes IN de ketel. 

Wordt het soepje warmer of kouder? 









-5° 

Slide 26 - Slide

Het is -5 graden in mijn ketel.
Ik doe 2 kou-blokjes in de ketel.

Hoeveel graden wordt de ketel?
A
7
B
3
C
-3
D
-7

Slide 27 - Quiz

Het is -7 graden in mijn ketel.

Ik haal 6 kou-blokjes UIT de ketel.  
Wordt het soepje warmer of kouder? 










-7° 

Slide 28 - Slide

Het is -7 graden in mijn ketel.
Ik haal 6 kou-blokjes uit de ketel.

Hoeveel graden wordt de ketel?
A
1
B
-1
C
-13
D
13

Slide 29 - Quiz

9.1 Positief en negatief
Maak blz. 126-127
  • Is het nog lastig? Maak blz. 128
  • Gaat het goed? Maak blz. 129
9.2 Kleiner dan of groter dan
Maak blz. 130-131
  • Is het nog lastig? Maak blz. 132
  • Gaat het goed? Maak blz. 133
9.3 Blokjes in de ketel
Maak blz. 134-136
  • Is het nog lastig? Maak blz. 137
  • Gaat het goed? Maak blz. 138

Slide 30 - Slide

Het is 1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

1 - 6 = -5

Slide 31 - Slide

Het is -1° en het wordt 6° kouder

de som die daarbij hoort is:

-1 - 6 = -7

Slide 32 - Slide

Overdag is het 5 graden.
De temperatuur daalt 's nachts 7 graden.
Wat is de nacht temperatuur?
A
het vriest 12 graden
B
-2 graden
C
2 graden boven nul
D
12 graden

Slide 33 - Quiz

+38
-2
+9
+5
+9
-10
-8
+15

Slide 34 - Drag question