This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
NN7 - Spelling § 7
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
1havo / 1vwo
Slide 1 - Slide
Een werkwoord heeft verschillende vormen. Een daarvan is de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt). Bij de spelling van de persoonsvorm tegenwoordige tijd ga je uit van de ik-vorm.
Slide 2 - Slide
Zo vind je de ik-vorm
Je vindt de ik-vorm door van het hele werkwoord de laatste twee letters (en) weg te laten.
Bijvoorbeeld: fietsen → fiets; gooien → gooi.
Let op: de ik-vorm is iets anders dan de stam...!
Slide 3 - Slide
Soms moet je een letter toevoegen of weglaten: – laden → laad; boffen → bof.
Bovendien verandert er soms een v in een f of een z in een s: – beloven → beloof; reizen → reis.
Slide 4 - Slide
Zo schrijf je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Staat er ik voor of achter de persoonsvorm? Schrijf de ik-vorm: – ik laad, laad ik; ik bof, bof ik.
Slide 5 - Slide
Staat er jij achter de persoonsvorm of je waarvan je jij kunt maken? Schrijf de ik-vorm: – laad jij/je; bof jij/je. Maar: Laadt je (jouw) vader de aanhangwagen?
In alle andere gevallen in het enkelvoud schrijf je: ik-vorm + t – jij laadt, hij laadt, zij laadt, laadt de bezorger?; jij boft, hij boft, zij boft, boft je zus?
In het meervoud schrijf je het hele werkwoord: – wij laden, jullie laden, zij laden; wij boffen, jullie boffen, zij boffen.
Slide 6 - Slide
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. In de zomer (plonzen) ..... de dorpsjongeren dagelijks in het kanaal.
Slide 7 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Dit kledingbedrijf (verzenden) ..... zijn online verkopen nog dezelfde dag.
Slide 8 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Dit voorjaar (bloeien) ..... de magnolia net zo mooi als vorig jaar.
Slide 9 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. (Braden) ..... je moeder de gehaktballetjes met veel knoflook en ui?
Slide 10 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Tot ergernis van de leerlingen (verschuiven) ..... de docent steeds de toetsdatum.
Slide 11 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Met zonnebrandcrème (behoeden) ..... je jezelf voor een verbrande huid.
Slide 12 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Appen in de nacht (bevorderen) ..... je nachtrust normaal gesproken niet.
Slide 13 - Open question
Noteer de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. De brandweer (dulden) ..... geen nieuwsgierige omstanders tijdens het blussen.
Slide 14 - Open question
Ga nu naar de digitale methode van Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die ik in de planning heb klaargezet.