Pak je leesboek , je werkboek en je etui op tafel. Ga rustig zitten en jassen uit!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Nederlands klas 1
Pak je leesboek , je werkboek en je etui op tafel. Ga rustig zitten en jassen uit!
Slide 1 - Slide
Lekker lezen
Begin met lezen in je leesboek
We blijven stil zodat we allemaal rustig kunnen lezen
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Startopdracht
1. Schrijf 1 zin heel precies over uit je leesboek.
2. Onderstreep de werkwoorden in de zin.
3. Zet een cirkel om het moeilijkste woord.
Slide 3 - Slide
Check Hoe voel je je op dit moment?
😒🙁😐🙂😃
Slide 4 - Poll
Hoe ziet zo'n email eruit?
Adresregel (eventueel CC)
- Onderwerp
- Aanhef
- Inleiding, kern en slot
- Maak alinea's (witregels)
- Slotgroet mét komma
- Voornaam Achternaam
Slide 5 - Slide
Voorbeeld
Slide 6 - Slide
1.4 Schrijven en formuleren
Aan het eind van deze paragraaf weet je:
• hoe je een zakelijke e-mail schrijft;
• hoe je formeel en informeel schrijft.
Slide 7 - Slide
Talent Schrijven 1.4
Maak aantekeningen, schrijf belangrijke dingen op en noteer de begrippen
Instructie en aantekeningen
Slide 8 - Slide
formeel en informeel
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.
In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formeel taalgebruik. Let dan op de volgende punten:
- spreek de ander aan met u;
- gebruik nette woorden;
- schrijf in hele zinnen.
Slide 9 - Slide
formeel
informeel
Geachte heer
Wat ik nog effe wil zeggen is….
Laat je even wat van je horen?
Met mij is alles prima.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
Slide 10 - Drag question
Schrijven in alinea's
Een zakelijke tekst is ingedeeld in alinea’s. Dat geldt ook voor een zakelijke brief (of zakelijke e-mail).
Door goede alinea’s wordt de opbouw van je tekst duidelijk. Daarmee help je de lezer, zodat die de tekst beter kan begrijpen.
* Maak gebruik van witregels.
* Begin de alinea met de kernzin. Dat is de belangrijkste zin.
Slide 11 - Slide
Vorige les
Hoofdstuk 1.3 afgerond
Wat?
maken opdr. 4,5,7 en voor de snelle jelle opdr. 10