What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
21/22 week 5 les 2 (klas 3)
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Terugblik:
Je schrijft een komma:
A
Als je een pauze hoort en tussen twee persoonsvormen
B
Tussen bijvoeglijke naamwoorden
C
Bij een opsomming en voor- en nadat je iemand aanspreekt
D
Je schrijft een komma bij zowel antwoord A, als B en C.
Slide 2 - Quiz
Voor want en omdat zet je een komma.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Een punt zet je
A
tussen twee persoonsvormen
B
voor een uitleg
C
aan het eind van een zin
D
tussen delen van een opsomming
Slide 4 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt):
ik of jij erachter
ik-vorm
ik word, vind jij
enkelvoud: jij/hij/zij/het
ik-vorm + t
jij wordt, zij vindt
meervoud:
wij/zij/jullie
hele werkwoord
wij vinden, jullie worden
Slide 5 - Slide
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... je dat tot morgen?
A
onthoud
B
onthoudt
C
onthield
D
onthouden
Slide 6 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt
Slide 7 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Hij ......(zwaaien) naar haar.
A
zwaai
B
zwaait
C
zwaaide
D
gezwaaid
Slide 8 - Quiz
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 9 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
Zo schrijf je de persoonsvorm verleden tijd (pvtt) van zwakke werkwoorden:
Enkelvoud
(ik, jij, hij, zij, het, etc.)
ik-vorm + de of te
ik
stuur
de, jij
hoest
te
Meervoud
(wij, jullie, zij, etc.)
ik-vorm + ten of den
wij
stuur
den, zij
hoest
ten
Slide 10 - Slide
Persoonsvorm verleden tijd
A
Vorig jaar verhuisden we naar de Reeshof.
B
Vorig jaar verhuisten we naar de Reeshof.
Slide 11 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Zij ______________ (rusten)
A
ruste
B
rustte
Slide 12 - Quiz
Persoonsvorm verleden tijd
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis gisteren.
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste persoonsvorm verleden tijd?
Hij ______________ (luisteren)
A
luisterde
B
luisterdde
Slide 14 - Quiz
Wat is de persoonsvorm verleden tijd van 'triggeren'?
A
triggerte
B
getriggert
C
triggerde
D
triggert
Slide 15 - Quiz
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Opdracht 4
Bladzijde: 77
Slide 16 - Slide
timer
10:00
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
More lessons like this
persoonsvorm tt en vt
September 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
persoonsvorm tt en vt Les 2 (P3)
February 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling + voltooid deelwoord + Engelse werkwoorden
January 2023
- Lesson with
24 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling H1 - 1hv
April 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
05-06-2024
June 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k, g
Leerjaar 2
Toetsvoorbereiding cursus 7
November 2024
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
PW 3. Werkwoordspelling
February 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
ha1g 23 april pvvt
April 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1