Anatomie en fysiologie bewegingsstelsel

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 2

Anatomie en fysiologie van de:

botten

gewrichten

spieren 

lesdoelen

• je hebt kennis van de soorten botten van menselijke lichaam
• je weet hoe een bot is opgebouwd, zijn verbonden met elkaar 
• je hebt kennis van het skelet, spieren en pezen
• weet waar de wervelkolom is opgebouwd
• welke gewrichten er zijn en de werking 
• welke spieren er zijn en wat hun functie is. 

Uit hoeveel beenderen bestaat het skelet?

1. 210
2. 200
3. 198
4. 206

Wat is de functie van het skelet?

opbouw van het bot

• sponsachtige massa --> bindweefsel en beenmerg
• hieromheen zit harde dichte laag: de schors
• schors wordt bedekt door beenvlies
• beenvlies bevat bloedvaten en zenuwen 
• lopen naar het binnenste van het bot voor de voeding
• midden in het bot zit beenmerg 
• rode beenmerg worden bloedcellen gemaakt
• gele beenmerg gebruikt om vetzuren in op te slaan

Waar zorgen botten voor?

Botten worden met elkaar verbonden door:

Verschillende type botten

• pijpbeenderen slanke beenderen met bredere stukken aan einde die de kop of kom; b.v. dijbeen, scheenbeen, spaakbeen en ellepijp
• platte beenderen: buitenlagen liggen dicht bij elkaar; b.v. schedel, ribben, schouderbladen, heupbeenderen
• onregelmatige beenderen; behoren niet tot bovenstaande beenderen; b.v. wervels, hand- en voetwortelbeentjes
  

Gewrichten 

• hierdoor kunnen botten ten opzicht van elkaar bewegen
• waar twee botten bij elkaar komen, zit gewricht als verbinding
• 2 botstukken (kop en kom) tegen elkaar
• zit kleine spleet tussen, waarin gewrichtssmeer zit (synovia)
  
• zorgen dat gewricht soepel loopt
• gewrichtsbanden; versterken, beschermen en houden gewricht op de plaats
• gewrichtsbanden zijn elastisch weefsel = erg sterk
• buitenzijde gewrichten zitten pezen
• pezen zijn verbinding tussen bot en de spieren

zadelgewricht vind je

1. nek
2. pols
3. duim
4. elleboog

Wat is geen kogelgewricht?

1. schouder
2. elleboog
3. heup

Bij een rolgewricht is er sprake van:

1. het ene boteinde draait om het andere heen
2. de grootste bewegingsvrijheid
3. kan in een richting bewegen
4. meer dan één beweging

Spieren

• Spieren vind je in alle delen van het lichaam
• dwarsgestreepte en gladde spieren 
• zijn gemaakt van vezels: korter of langer worden
• vezels zitten in bundels, die zit verpakt in een vlies
• spiervezels zitten alleen in dwarsgestreepte spieren
• spierkracht wordt bepaald door lengte en het aantal vezels
• zitten aan de botten vast d.m.v. pezen

wat zijn dwarsgestreepte spieren

wat zijn gladde spieren en waar zitten zij in je lichaam?

Welke spieren zitten niet aan een bot vast? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. bovenarmspier
2. kuitspier
3. kringspier
4. mimische spier

leg in eigen woorden uit wat het verschil is tussen agonist en antagonist

Wat is het verschil tussen atrofie en hypertrofie? Leg dit in eigen woorden uit!

Aandoeningen

Spierdystrofie: ziekte van Duchenne: Femke, Silke

Spierdystrofie van Becker: Meike, Linea

Reumatische artritis: Isis, Danni

Artrose / Jicht : Willemijn, Gwen, Inge

Fibromyalgie: Sven, Joep, Kiran

Fracturen / Amputaties: Maren, Tara

Opdracht ziektebeeld uitwerken

Presentatie met onderstaande onderwerpen

- Algemene informatie over ziektebeeld

- Oorzaak

- Verloop van ziekte en symptomen

- Onderzoek

- Behandeling

- Ondersteuning/begeleiding

Filmpje, quiz o.i.d. toevoegen in presentatie