hfst 2 par 1 De Grieken (2 lessen)

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 1 - Slide

De Grieken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt drie kenmerken noemen van Griekse stadstaten.
  • Je kunt uitleggen hoe en door wie de Griekse stadstaat Athene bestuurd werd.
  • Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur.
  • Je kent de begrippen politiek, burger, burgerrechten, democratie, ongelijkheid, mythen, wetenschap en oudheid.

Slide 3 - Slide

  • Griekenland was geen geheel, maar bestond uit zelfstandige gebieden: stadstaten.
  • Deze waren rond 800 v.C. ontstaan.
  • Er waren ongeveer 700 verschillende stadstaten: bestaat uit een stad en het gebied rondom de stad.
Het oude Griekenland

Slide 4 - Slide


Overeenkomsten

  • Geloof: polytheïsme
  • Taal
  • Grondgebied

Slide 5 - Slide

Verschillen
  • Eigen wetten
  • Eigen leger
  • Eigen cultuur
  • Eigen regeringsvorm

--> Griekenland was absoluut geen eenheid! (bestond niet)

Slide 6 - Slide

Atheense democratie
Volksvergadering:
  • besluiten over wetten
  • besluiten over oorlog en vrede
  • 6000 burgers
  • kleine groep van 500 burgers: raad van 500, deed voorstellen. Deze groep werd door loting gekozen.

Slide 7 - Slide

Dagelijks leven
Veel Grieken leefden van de landbouw.
Verbouwden graan, druiven, olijven.
Hielden geiten en varkens.
Er was alleen weinig vruchtbare grond.
Hierdoor was handel erg belangrijk.

Slide 8 - Slide

Ongelijkheid
Grote verschillen tussen arm en rijk.
1. vrije mannen met burgerrecht (gekregen in ruil voor hun hulp bij de verdediging van de stad)
 
2. vrije mannen zonder burgerrecht: werden vreemdelingen genoemd.
3. vrouwen: hadden bijna geen rechten, mochten niet meebesturen.
4. slaven: minste rechten, bezit van iemand anders.

                                               burgerrecht: had je als je in Athene                          geboren was, man was en vrij was.

Slide 9 - Slide

Griekse samenleving
  • Mannen belangrijk → werken en nemen beslissingen in gezin en politiek.
  • Vrouwen → blijven thuis (rijke gezinnen), houden toezicht op slaven en op het huishoudgeld. Arme vrouwen werken wel.
  • Alleen jongens gaan naar school: rekenen, lezen en schrijven.
  • Meisjes worden door hun moeders thuis voorbereid op het huwelijk: mochten vanaf hun 14e trouwen.

Slide 10 - Slide

Atheense democratie
"het volk beslist"
Staatsvorm zonder koning, waarbij het volk door middel van stemmen beslissingen neemt. Maar het "volk" mag met een korrel zout genomen worden. 

Slide 11 - Slide

Griekse goden
  • Grieken zochten voor alles een verklaring.
  • Waarom worden mensen ziek of waarom overstroomt de rivier?
  • Het antwoord vonden ze in godenverhalen: mythen.
  • Goden bepaalden het leven van de mensen.
  • Er werden tempels gebouwd voor de goden.
  • En priesters offerden om de goden tevreden te houden.
  • Goden leken net mensen, maar leefden voor eeuwig.

Slide 12 - Slide

Griekse goden
  • Zeus: oppergod, 2 broers:
  • Poseidon: god van de zee.
  • Hades: god van de onderwereld.
  • Hera: godin van het huwelijk 
en getrouwd met Zeus.
  • Athene: godin van de wijsheid  
en krijgskunst en de dochter 
van Zeus.

Slide 13 - Slide

Wetenschap
  • Vanaf 600 v.C. waren er Grieken die de mythen niet meer geloofden. 
  • Zij probeerden met onderzoek en logisch nadenken te begrijpen waarom mensen bijvoorbeeld ziek werden.
  Dit noem je wetenschap.
  • De tijd waarin de Grieken leefden noemen we de oudheid: 3000 v.C - 500 n.C.

Slide 14 - Slide

AFSPRAKEN
  • Bij binnenkomst ga je zitten en pak je je spullen.
  • Je laptop laat je dicht op tafel liggen.
  • Als je wat wilt vragen steek jij je vinger op
  • Als de docent praat zijn de leerlingen stil 
  • Je behandelt een ander zoals je zelf behandeld wilt worden. Dat betekent met fatsoen en respect. 

Slide 15 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Nakijken huiswerk  (blz 71 t/m 76)
  • Vragen? Steek je vinger op.
  • Filmpje kijken
  • Quizzzzzzz
  • leerdoelen doornemen
  • huiswerk: lezen paragraaf 2 (blz 78 t/m 84)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat is een stadstaat?
timer
0:20
A
Een stad die zichzelf bestuurt
B
Een stad met omliggend platteland die zichzelf bestuurt
C
Een vereniging van steden die zichzelf besturen
D
Een stad met minstens 500 inwoners

Slide 18 - Quiz

Wie mochten er meebeslissen in de Atheense democratie?
timer
0:20
A
Vrouwen
B
Vreemdelingen
C
Slaven
D
Mannen met burgerrecht

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste volgorde?
timer
0:20
A
slaaf-vrouw-vreemdeling-burger
B
burger-vreemdeling-vrouw-slaaf
C
burger-vrouw-vreemdeling-slaaf
D
vreemdeling-burger-vrouw-slaaf

Slide 20 - Quiz

Welke baan had een slaaf zeker niet?
Kies de juiste letter.
timer
0:20
A
leraar
B
huishoudhulp
C
mijnwerker
D
bestuurder

Slide 21 - Quiz


In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 22 - Quiz

Hera was de godin van...
timer
0:20
A
de liefde
B
het huwelijk
C
krijgskunst
D
slimheid

Slide 23 - Quiz

Wie was de god van de zee?
timer
0:20
A
Hades
B
Poseidon
C
Zeus
D
Apollo

Slide 24 - Quiz

Hades was de god van...
timer
0:20
A
de zee
B
de krijgskunst
C
de onderwereld
D
hemel & aarde

Slide 25 - Quiz

Wie was de Griekse oppergod?
timer
0:20

Slide 26 - Open question

Athene was de godin van...
Er zijn twee goede antwoorden.

timer
0:20
laatste vraag
A
krijgskunst
B
wijsheid
C
liefde
D
huwelijk

Slide 27 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt drie kenmerken noemen van Griekse stadstaten.
  • Je kunt uitleggen hoe en door wie de Griekse stadstaat Athene bestuurd werd.
  • Je kunt uitleggen welke rol godenverhalen en wetenschap hadden in de Griekse cultuur.
  • Je kent de begrippen, politiek, burger, burgerrechten, democratie, ongelijkheid, mythen, wetenschap en oudheid.

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video