wat zit er in die pil les 3

1 / 54
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

wat zit er in de pil 3
farmacologie

spoc

Slide 2 - Slide

bekijk het volgende filmpje
juf danielle

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

onderwijs leergesprek

Slide 5 - Slide

Ga verder in in
het werkboek

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wie heeft de bevoegdheid om medicatie uit te schrijven?
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De verzorgende
D
De apotheek

Slide 10 - Quiz

Wie moet alert zijn op signalen van problemen met medicatie?
A
De arts
B
De verzorgende
C
De helpende
D
Alle zorgverleners

Slide 11 - Quiz

Wie is verantwoordelijk voor het leveren van medicatie?
A
Alle zorgverleners
B
Familie
C
De apotheek
D
De arts

Slide 12 - Quiz

Wie mag wijzigingen in baxterzakjes uitvoeren?
A
De familie
B
De apotheek
C
De verzorgende
D
De klant zelf

Slide 13 - Quiz

Welke zorgverlener mag medicatie stoppen
A
De klant zelf
B
De familie
C
De verpleegkundige
D
De arts

Slide 14 - Quiz

Wie levert een actuele medicatie toedieningslijst
A
De arts
B
De apotheek
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 15 - Quiz

Wie geeft aanwijzingen over het bewaren van medicatie
A
De arts
B
De verpleegkundige
C
De apotheek
D
Mag je zelf bepalen

Slide 16 - Quiz

Wie evalueert de werking van de medicatie met de klant
A
De apotheek
B
De arts
C
De verpleegkundige
D
De helpende

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

parcetamol is een
A
stofnaam
B
merknaam

Slide 24 - Quiz

brufen is een
A
stofnaam
B
merknaam

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

analgetica zijn
A
hartmedicatie
B
bloedverdunners
C
rustgevende medicijnen
D
pijnstillers

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Medicatie dat op de huid wordt aangebracht, zoals zalf, noemen we..
A
transdermaal
B
sublinguaal
C
dermaal of cutaan
D
oraal of per os

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

zoek uit wat is een
dragee
capsule
tablet
zalf
creme

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide

Hoe noem je het als twee medicijnen elkaar beïnvloeden?
A
complicatie
B
interactie
C
allergie
D
capsule

Slide 47 - Quiz

Slide 48 - Slide

Slide 49 - Slide

noem de regel van 5

Slide 50 - Open question

Slide 51 - Slide

Slide 52 - Slide

benoem 5 punten waar je op controleert bij het medicijnen delen

Slide 53 - Open question

Slide 54 - Link