This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
C'est quelle date aujourd'hui?
Slide 1 - Slide
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag:
1. Intro Unité 2, le français, pourquoi?
2. Bespreken apprendre 1
3. Samen mk ex. 1 en 2
4. Devoirs: mk 2.1 ex. 1 en 2 en apprendre 1
Slide 2 - Slide
Le but d'aujourd'hui:
Aan het eind van de les weet je globaal Unité 2 over gaat. En wat er van je wordt verwacht.
Slide 3 - Slide
Waar denk je dat Unité 2 over gaat? Le français, voilà pourquoi
Slide 4 - Mind map
Wat heb je aan Frans?
Kennis van het Frans is voor veel beroepen erg handig. Nederland heeft altijd veel handel gedreven met allerlei landen in de wereld. Daarom hebben wij, Nederlanders, veel vreemde talen moeten leren. Bij veel beroepen speelt Frans een belangrijke rol.
Slide 5 - Slide
niet
wel
Bij welke beroepen kun je Frans goed gebruiken?
journalist
bosbouw
electricien
timmerman
leger
horeca
internationaal arts
internationale sport
handel
toerisme
piloot
directiesecretariaat
techniek
mode
onderzoeker
Slide 6 - Drag question
Reden 1 om Frans te kiezen
Talenkennis maakt standaard onderdeel uit van je cv.
Elke werkgever wil weten welke talen jij spreekt.
Met kennis van meerdere talen heb je daardoor veel voordeel bij sollicitaties en studies.
Slide 7 - Slide
Reden 2 om Frans te kiezen
Wanneer je de Franse taal beheerst, heb je een streepje voor.
In Nederland beheersen meer mensen de Duitse taal.
Dus met Frans heb je meer kans bij sollicitaties.
De belangstelling voor Frans groeit in Nederland door artiesten als Stromae, Aya Nakamura, Willy William, Maitre Gims,
Ook bij les jeux olympiques is Frans een belangrijke voertaal.
Slide 8 - Slide
Reden 3 om Frans te kiezen
Frans is een belangrijke taal voor economische studies:
Frans is een belangrijke voertaal voor de Europese Unie.
Frankrijk is één van de belangrijkste handelspartners van Nederland.
Duitsland is de belangrijkste handelspartner maar samen zijn Frankrijk en België weer grotere handelspartners.
Slide 9 - Slide
Nog zoveel redenen!
Toerisme
Frankrijk is de nummer één bestemming van Nederlanders. Maar er zijn meer dan 40 landen die Frans hebben als officiële taal en waar je straks naartoe kunt (werken).
Mode
Parijs, stad van de mode en cosmetica. Coco Chanel, Yves Saint Laurent, etc.
Journalistiek
Als correspondent in het buitenland.
Bedrijfsleven
Nederland voert handel met zijn directe buren. Op dit moment loopt Nederland miljoenen mis door onvoldoende kennis van het Frans.
Rechten
Het Nederlandse rechtssysteem is beïnvloed door Frankrijk (L’esprit des Lois + Code Napoléon).
Universitaire opleidingen
Kennis van Franse taal bij bijvoorbeeld geschiedenis, filosofie.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Lees de introductie A1 en A2
Wat betekent het als je "francophone" bent?
A
Dat je in Frankrijk geboren bent.
B
Dat je Franstalig bent.
C
Dat je Frans leuk vindt.
D
Dat je Frans in jouw profiel hebt in de bovenbouw.
Slide 12 - Quiz
De volgende videoclip laat je zien dat de Franse taal op veel plekken in de wereld gebruikt wordt.
Bekijk de videoclip en beantwoord de vragen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
00:33
Wat wordt NIET gezegd over de Franse taal?
A
Het is de 4e meest gebruikte taal op internet,
B
Het is de 5e meest gesproken taal ter wereld.
C
Het is meer gesproken dan Engels.
D
Het is de 3e meest gebruikte taal voor handel.
Slide 15 - Quiz
00:42
Hoe komt het dat Frans nog veel gesproken wordt in veel landen in de wereld?
Slide 16 - Open question
00:49
In 2060 verwachten de experts dat Frans gesproken wordt door...
A
274 miljoen mensen
B
445 miljoen mensen
C
719 miljoen mensen
D
786 miljoen mensen
Slide 17 - Quiz
00:59
Waar wordt de Franstalige bevolking verviervoudigd (X4) in de komende jaren?
A
in Frankrijk
B
in Europa
C
in Afrika
D
in de hele wereld
Slide 18 - Quiz
01:26
Vrai ou Faux: de Franse taal (in het onderwijs) heeft steeds meer concurrentie.
A
Vrai
B
Faux
Slide 19 - Quiz
Travaillez ensemble:
Samen luisteren vlog en doornemen apprendre 1
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Les devoirs:
Faire: Apprendre 1 F/N - ex. 2.1: 1 et 2
Slide 22 - Slide
Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag:
1. Questions ?
2. Doornemen apprendre 2
3. Oefenen apprendre 1 en 2
4. Bespreken tekst: un rêve d'ado en faire ex. 3,4,5,6
5. Devoirs: Exercice: 3,4,5,6 apprendre 2
Slide 23 - Slide
Le but d'aujourd'hui:
Aan het eind van de les kun je een tekst over een website begrijpen.