H2 herhalen 3M

wat gaan we doen
  • Herhalen H2
  • Oefenen H2/Samenvatten H2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with text slides.

Items in this lesson

wat gaan we doen
  • Herhalen H2
  • Oefenen H2/Samenvatten H2

Slide 1 - Slide

Doelen 2.1
  • Verschillende soorten water benoemen
  • Weten hoe wij gebruik maken van water
  •  Berekenen van de concentratie 

Slide 2 - Slide

Toepassingen van water
- drinkwater
- oplosmiddel
- spoelmiddel
- hulp bij bereiding van voedsel

6300L pp per dag (120 L thuis)

Slide 3 - Slide

thermostaat van de aarde
Water temperatuur schommelt niet zo veel. (+- constant)

Slide 4 - Slide

let op, drinkwater is geen zuivere stof.






kalk aanslag

Slide 5 - Slide

Gedestilleerd water 
zuiver water, bestaat uit alleen maar water moleculen.
Demiwater

Slide 6 - Slide

concentratie berekenen
concentratie geeft aan hoeveel van een stof in het totale mengsel aanwezig is.

Slide 7 - Slide

doelen 2.2 
  • Je kunt uitleggen hoe schoonmaken met water werkt.
  • Je kunt de werking van zeep beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat ontsmetten is.
  • Je kunt aangeven wat het verschil is tussen hard en zacht water.
  • Je kunt uitleggen wanneer kalkzeep ontstaat en wat de nadelen van kalkzeep zijn.

Slide 8 - Slide

Functies van water
  • Water is een goed oplosmiddel voor veel soorten vuil.
  • Vuil lost beter op in warm water dan in koud water.
  • Water is ook een goed spoelmiddel (zie voorbeelden op plaatjes)



Slide 9 - Slide

Zeep
  • Belangrijkste schoonmaakmiddel bij het wassen of reinigen is altijd water geweest
  • Maar alles wordt veel schoner als je ook zeep gebruikt (bv. voor het verwijderen van vetvlekken)

Slide 10 - Slide

Zeep
  • Natuurlijke zepen: grondstoffen van plantaardige en/of dierlijke oliën en vetten. (Bv. toiletzeep en gele of groene zeep.)
  • Synthetische zepen: grondstoffen uit aardolieproducten (Bv.  afwasmiddel, waspoeder, allesreiniger of shampoo.)


Slide 11 - Slide

Werking van zeep
  • Zeep zorgt ervoor dat het water en de vetten mengen
  • Emulgator bij een emulsie




Slide 12 - Slide

Werking van zeep

  • Hydrofiel: de kop is hydrofiel, deze is goed oplosbaar in water. ‘’waterlievend’’
  • Hydrofoob: de staart is hydrofoob, deze lost niet op in water, maar wel in stoffen als olie en vet. ‘’watervrezend’’


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Leidingwater
  • Hard water: water met veel opgeloste kalk
  • Zacht water: water met weinig opgeloste kalk
  • Opgeloste kalk wordt onoplosbaar als het water wordt verhit: er ontstaat kalkaanslag die ketelsteen wordt genoemd.
  • Vb. kalkaanslag in koffiezetapparaten en wasautomaten, met name op het verwarmingselement.


Slide 15 - Slide

Zeep en leidingwater
  • Zeepmoleculen in natuurlijk zeep reageren met kalk →witte stof die  ontstaat is kalkzeep 

  • Vorming van kalkzeep heeft twee nadelen:
  1. Tijdens wassen kalkzeep in  kleding wordt grauwer 
  2. Je hebt meer zeep nodig 


Slide 16 - Slide

doelen 2.3 
  • Voorbeelden van cosmetica noemen
  • Weten wat creme is en waaruit het bestaat
  • Werking shampoo en tandpasta

Slide 17 - Slide

§2.3
Crémes zijn mengsels van oa water en olie/vet. = emusie

Shampoo is een mengsel. Het bestaat uit synthetische zeep, water, keukenzout (NaCl), geurstoffen, kleurstoffen en een conserveringsmiddel. 
.
Tandpasta  is een schuurmiddel wat de tanden schoon polijst. Vaak zit er ook fluoride in tandpasta, dit versnelt het herstel van je tandglazuur. 

Slide 18 - Slide

doelen 2.4 
  • Weten wat zuur en basisch is
  • Verschillende stoffen kunnen noemen zuur/base
  • Weten wat de pH is
  • pH meten met indicatoren 

Slide 19 - Slide

§2.4
Zuur en basisch 
pH

Slide 20 - Slide

§2.4
Zure schoonmaakmiddelen = Tasten metalen aan (etsende werking) & tasten kalk ook aan dus ideaal om kalk te verwijderen

Basische schoonmaakmiddelen= zijn zeepachtig dus ontvettende werking

Slide 21 - Slide

§2.4

Zuur schoonmaakmiddel 


Basisch schoonmaakmiddel

Slide 22 - Slide

§2.4
De gevaren symbolen staan vaak op schoonmaakmiddelen. 

Slide 23 - Slide

§2.4
pH meten met = pH papier 

Indicatoren om pH te meten = hulpstoffen die van kleur veranderen bij zuur/base 

Slide 24 - Slide

Doelen 2.5
  • Weten wat zuur-basereacties zijn
  • reactieschema maken van zuur-basereactie  
  • indicatoren gebruiken voor de omslag
  • concentratie berekenen na titratie 

Slide 25 - Slide

§2.5
Zuurgraad grond erg belangrijk voor landbouwgewassen.
Mais pH 5
tarwe 6 pH (bij 3,5 pH 3x kleinere opbrengst)

Kalk gebruiken om grond minder zuur te maken 

Slide 26 - Slide

§2.5
Zuur-basereactie = chemische reactie het zuur reageert met de base

zuur + base →reactieproducten 

Slide 27 - Slide

§2.5
indicator = gebruik je om te zien wat de pH is / doet bij de reactie. 
Fenolftaleine = indicator kleurt roze bij pH 7 

Slide 28 - Slide

Oefenen berekeningen
er wordt 25 ml azijn in een erlenmeyer gedaan. Na toevoeging van 20,4 ml natronloog is het eindpunt bereikt.  1ml natronloog = 58 mg azijnzuur Bereken hoeveel mg azijnzuur in de 25 ml azijn zit 
natronloog
azijnzuur
gegeven
gevraagd 
20,4 ml

Slide 29 - Slide

Goed om te oefenen
H2.1 = 3, 4, 6, 9, 10
H2.2 = 4, 6, 9, 10, 13
H2.3 = 4, 6, 7, 12, 13
H2.4 = 2, 5, 7, 10, 11, 12
H2.5 =2, 5, 6, 8

Testjezelf online van alle paragrafen 

Slide 30 - Slide