WK13 2C blokuur: Cool things to look forward to/People of the future

Can you describe this item in English?

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Can you describe this item in English?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Learning goals
  • Je beschrijft een voorwerp dat of afbeelding die je ziet met basiswoorden en standaarduitdrukkingen. 
  • Je gebruikt spreekstrategieën om iets beschrijven.
  • Je breidt je woordenschat uit met woorden voor lichaamsdelen.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Road map
  • Vocabulary (watching)
  • Warm up in pairs
  • Task instruction: Cool things to look forward to
  • Work on tasks
  • Review
  • Task instruction: People of the future
  • Work on tasks
  • Looking ahead

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Huishoudelijke mededeling
-> morgen filmen in de les

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

With your neighbour, find the item that is described:
  1. It’s used to tell the time.
  2. It’s used to keep you dry.
  3. It’s used to write with.
  4. It’s made from plastic.
  5. It’s made from metal.
  6. It’s made from wood.
  7. It’s made from fabric.
  8. It’s made from rubber.

It’s made from paper.
Het is gemaakt van papier.
It’s made from leather.
Het is gemaakt van leer.

an umbrella
a car
wellies 
a dress
a chair
a pen
a watch
a shampoo bottle

Slide 6 - Slide


a watch
an umbrella
a pen
an oven
wellies (laarzen)
a dress
a chair
a shampoo bottle





Tasks - Describe an object
Heb je weleens gedacht dat er apparaatjes zouden moeten zijn om je leven wat makkelijker te maken? Er zijn vast wel klusjes waar je een hekel aan hebt. Misschien zou je wel een 'lekke-banden-fixer' of een 'kamer-opruimer' willen hebben. Of zoek je het meer in luxe artikelen? Handig zou bijvoorbeeld een zomer- en- winterjas zijn die zich vanzelf aanpast aan de temperatuur.
Je gaat een voorwerp bedenken dat nog niet bestaat en het beschrijven. Bekijk <The future is now> over futuristische uitvindingen om inspiratie op te doen.
Bedenk een voorwerp dat nog niet bestaat. Waar is het voor en hoe ziet het eruit? Maak dan een paar aantekeningen die je kunt gebruiken bij het beschrijven.
Maak deze taak in de portal: Maak stap 1 en stap 2

 

Denk aan kleur, vorm, materiaal, prijs en waar je het voor gebruikt.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tasks 
In de portal (Cool things to look forward to)

lezen/leren
Maken (Stap 1 en 2)

In de handout, maak:
  • 4. Name that shape
  • Leer de woordjes                                                          Werk tot 9.35

 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Review
Kies 1 van de items op de volgende slide.

Stel de vragen:
  • What does it look like?
  • How big is it?
  • What colour is it?
  • What is it used for?
  • What is it made of?

Slide 9 - Slide

Schrijf de vragen op het bord.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

People of the future
Mensen zagen er vroeger anders uit. Denk aan, bijvoorbeeld, hun haar en kleding, maar ze waren ook kleiner.
Hoe zou de mens er in de toekomst uit zien?

Voordat je de taken gaat maken, kijken we eerst naar een filmpje.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

People of the future
Maken

Uitleg volgende slide

Leren

Maken: handout 8 (parts of the body)

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

People of the future
Stap 1:
Maak een tekening van hoe een persoon in de toekomst eruit zal zien.
Maak aantekeningen in het ENGELS
Stap 2:
Bereid je presentatie voor. Schrijf tenminste 10 zinnen. Je plakt deze zinnen straks in LessonUp. Dinsdag vertel je dit mij aan mijn bureau.

Een voorbeeld:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

People of the future
I want to show you a man of the future. His face is brown. There are no white or black people in the future. He isn't fat. He's tall and slim. There isn't much food. People have long hair. That's the fashion. It is very hot. He always wears summer clothes. His arms are thin. His eyes are red. He is always on his phone.

In welke 'tijd' staan deze werkwoorden?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

People of the future
Maken

Schrijf 10 zinnen

Leren
Maken: handout 8 (parts of the body)
Klaar: LEER de woordjes                                                   Werk tot 10.15

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Describe people from the future
(plak je tekst hier)

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Looking ahead

Morgen: grammatica: (much en many)
Filmen in de les!
Dinsdag: Spreekoefening "People of the future" (aan mijn bureau)

Word bank toets: woensdag 12 april



Slide 18 - Slide

This item has no instructions