Hoofdstuk 3: ongeboren kind, baby, peuter

Ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 4
Baby en peuter
Ontwikkelings-
Psychologie



Ongeboren kind
Baby
Peuter

1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie
Hoofdstuk 4
Baby en peuter
Ontwikkelings-
Psychologie



Ongeboren kind
Baby
Peuter

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Boek Methodiek MZ
Thema 2. de mens en zijn ontwikkeling
Hoofdstuk 4, ongeboren baby, baby's en peuters

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
  • AWR
  • Terugblik vorige les
  • Doel van de les
  • Opdracht 
  • nog even oefenen
  • vraag momentje
  • Aan de slag


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vorige les

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ontwikkelingstaken
is een stap die ieder kind(0-19 jaar) in zijn ontwikkeling moet nemen om een stap verder te komen in die ontwikkeling

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Wat zijn
de doelen
van deze les?



  • Je kan aan de hand van de 5 verschillende ontwikkelingsgebieden de baby/peuterfase omschrijven 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat hoop je te leren bij de lessen over
baby en peuter

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Opdracht in groepjes
Groep 1:
lichamelijke ontwikkeling

Groep 2:
cognitieve ontwikkeling

Groep 3:
sociale ontwikkeling

Groep 4:
persoonlijkheidsontwikkeling

Groep 5:
emotionele ontwikkeling

Beschrijving opdracht:
  • Elk groepje gaat de ontwikkeling (waarbij ze zijn ingedeeld) onderzoeken bij het ongeboren kind, baby en peuter.
  • Hiervan maken zij een powerpoint. 
  • In de powerpoint komen foto's van jezelf, verhalen van jezelf en theorie samen.
  • De PP bekijken we samen met de klas. Wie doet het woord bij de PP?
  • Tijd: 60 min. (incl. pauze)
  • Bespreking: 10 min per groepje Volgende week vrijdag

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Madelief wil alles ontdekken. Ze is alleen motorisch nog niet helemaal ontwikkeld. Madelief stoot dingen omver en stopt alles wat op de grond ligt in haar mond. Madelief is een:
A
baby
B
dreumes
C
peuter
D
puber

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Peter is een peuter. Hij hoort zijn ouders veel praten. Peter begint in een korte tijd veel te praten. Hij leert ongeveer 3 woorden per dag. Op welk ontwikkelingsgebied ontwikkelt Peter zich snel?
A
Seksuele ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Fijne motorische ontwikkeling
D
lichamelijke ontwikkeling

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt niet onder de grove motoriek?
A
Traplopen
B
Schommelen
C
Schrijven
D
Springen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat hoort niet in de babyfase?
A
oog-hand coordinatie
B
orale fase
C
Animistisch denken
D
grijpreflex

Slide 13 - Quiz

animistisch denken : betekent dat hij aan levenloze dingen menselijke eigenschappen geeft. Dit verwijst dan weer naar het feit dat jonge kinderen heel vaak denken dat voorwerpen en dieren dezelfde gedachten en gevoelens kunnen hebben als zijzelf. De tafel kan pijn hebben of stout zijn en de bloemen kunnen verdrietig zijn als je hen geen water geeft. Dit animistisch denken verklaart voor een deel de soms onverklaarbare peuterangsten: peuters kunnen nog niet zo goed hun gedachten verwoorden en maken door hun magisch denken foute verbanden en conclusies!
Exploratiedrang is
A
drang om alles na te doen
B
drang om alles te gaan ontdekken
C
drang om alles aan te willen raken
D
drang om alles zelf te doen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Leren lopen leer je als ........... bent
A
baby
B
peuter
C
kleuter

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een peuter kan al goed samenspelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

"De pop moet mee anders moet ze huilen" is een voorbeeld van
A
Animistisch denken
B
Logisch denken
C
Emotioneel denken
D
Magisch denken

Slide 17 - Quiz

magisch denken : Het denken van de peuter is magisch(magie= toverkunst) hij kan geen onderscheid maken tussen wat leeft en niet leeft, tussen werkelijkheid en fantasie
Vb opgeslokt worden door de wc, opgezogen door de stofzuiger.


Werken aan je Presentatie

Slide 18 - Slide

This item has no instructions