Ww -er + onregelmatige ww + passé composé V2

Oefenen met de Franse werkwoorden
Bienvenue en classe !
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen met de Franse werkwoorden
Bienvenue en classe !

Slide 1 - Slide

Regelmatige werkwoorden - Présent 
In het Frans zijn er 3 soorten werkwoorden:
  • werkwoorden op -er
  • werkwoorden op -re
  • werkwoorden op -ir
  • In jaar 2 gebruiken we vooral de werkwoorden die eindigen op -er
  • Regel:
  • stam + de juiste uitgang erachter 
Stam = -er eraf halen

Slide 2 - Slide

§7.1 Werkwoorden op -er (parler)
In de présent (tegenwoordige tijd) :
1. je haalt -er eraf om de stam te maken
Stam = parl
je parle              nous parlons
tu parles                vous parlez
il/elle parle             ils/elles parlent
on parl                                 

Slide 3 - Slide

je (demander)
A
je demand
B
je demande
C
je demands
D
je demandes

Slide 4 - Quiz

nous (parler)
A
nous parle
B
nous parlons
C
nous parles
D
nous parlez

Slide 5 - Quiz

elles (chanter)
A
elles chantes
B
elles chanten
C
elles chante
D
elles chantent

Slide 6 - Quiz

§7.1 Regelmatige werkwoorden - Passé composé:

  • speelt zich af in de verleden tijd 
  • bestaat uit 2 werkwoorden: 
  • 1. hulpwerkwoord --> avoir (hebben) of être (zijn)
  • 2. voltooid deelwoord,  regels:
  • stam + é (bij ww eindigend op -er)

Slide 7 - Slide

Zet in de passé composé
Elles (parler)
A
elles ont parlent
B
elles ont parlé

Slide 8 - Quiz

Zet in de passé composé:
Nous (travailler)

Slide 9 - Open question

Zet in de passé composé:
Ils (aimer)

Slide 10 - Open question

Maak 2 Franse zinnen met een werkwoord op -er in de passé composé (bv. regarder, marcher, écouter, parler, oublier, donner etc...)

Slide 11 - Open question

Voor onregelmatige werkwoorden is er geen regel om de pc te maken. Hoe weet je dan wat het voltooid deelwoord is van een onregelmatig ww?

Slide 12 - Open question

Geef in het Frans het voltooid deelwoord van het werkwoord HEBBEN

Slide 13 - Open question

Geef in het Frans het voltooid deelwoord van het werkwoord ZIJN

Slide 14 - Open question

J'/Je (rembourser, p.c.) l'argent

Slide 15 - Open question

Elle (avoir, p.c.) un joli cadeau

Slide 16 - Open question

La fin 

Slide 17 - Slide