Passé composé H1

Le passé composé 
Uitleg bij bron D!
Het voltooid deelwoord 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Le passé composé 
Uitleg bij bron D!
Het voltooid deelwoord 

Slide 1 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk voorbeelden op van het voltooid deelwoord in het Nederlands.
Voorbeelden;
*Ik heb lunch gegeten.
*Ik heb gelachen.
nu jij!

Slide 2 - Mind map

De voltooide tijd
De voltooide tijd bestaat altijd uit twee woorden:
eerst een vorm van 'hebben', en dan het 'voltooid deelwoord'.
Ik heb verloren met quizlet live.
ik heb gelachen

Slide 3 - Slide

en français (in het Frans)
In het Frans is de opbouw hetzelfde:
eerst een vorm van het werkwoord avoir(hebben) + het voltooid deelwoord

Slide 4 - Slide

Het werkwoord avoir
J'
Tu
Il/Elle/On

Vous
Nous
Ils/Elles

ai
as
avons
a
ont
avez

Slide 5 - Drag question

Het voltooid deelwoord
Top, het ww 'avoir' kennen jullie, maar hoe maak je het voltooid deelwoord?!
In het nederlands zijn dat die woorden met ge-/be-/ver. 
ik heb gewonnen
ik heb verloren

Slide 6 - Slide

het voltooid deelwoord en français

In het Frans gebeurt het volgende:
Bij alle regelmatige werkwoorden die eindigen op de letters '-er'
[manger, danser, parler, travailler, écouter, chanter,marcher, etc. er zijn echt heeeeel veeeel werkwoorden die eindigen op de letters 'er'. ]
Voer je twee stappen uit. 

Slide 7 - Slide

stap 1: je haalt 'er' van het werkwoord af. (parler -> parl)
stap 2: je voegt é eraan toe (parl + é = parlé) 
klaar!    
De opbouw is:
voltooide tijd = vorm van avoir + ww - er + é
J'ai parlé
tu as parlé 
il/elle/on a parlé
nous avons parlé
vous avez parlé
ils/elles ont parlé

Slide 8 - Slide

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Je (parler)

Slide 9 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Tu (parler)

Slide 10 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Il (parler)

Slide 11 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Nous (parler)

Slide 12 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Vous (parler)

Slide 13 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Ils (parler)

Slide 14 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Je (danser)

Slide 15 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Il (manger)

Slide 16 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Nous (travailler)

Slide 17 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Tu (danser)

Slide 18 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Ils (marcher)

Slide 19 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Les filles (parler)

Slide 20 - Open question

Maak de voltooide tijd (de passé composé): Les garçons (parler)

Slide 21 - Open question

verder oefenen? 
Je kan oefenen op www.verbuga.eu 
klik dan helemaal links "passé composé" aan, in het midden niks, en helemaal rechts de werkwoorden Danser, Travailler en Manger.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link