Cursus 7-§2 Spelling-havo3



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Kleine terugblik jaar
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson



Wat gaan we doen vandaag?

timer
10:00
Doel van de les
15 minuten stil lezen
Kleine terugblik jaar
Huiswerk bespreken
Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Je jas over de stoel. IPad in de tas

Slide 1 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je trema,apostrof,accenten en cedille op de juiste manier kunt gebruiken


Slide 2 - Slide

Om uitspraakproblemen te voorkomen, gebruik je trema’s, apostrofs, accenten en soms een cedille.
Het trema gebruik je:
om te voorkomen dat twee klinkers in één woord samen worden uitgesproken:
beïnvloeden, Indiër, reeën, variëren; er is dus geen trema nodig in: beantwoord, deodorant, ontdooiing;

in sommige leenwoorden: fröbelen, kür, patiënt.
Let op: in samenstellingen gebruik je geen trema, maar een koppelteken: auto-eigenaar, bio-economie, maffia-achtig.

Slide 3 - Slide

De apostrof gebruik je:
om uitspraakproblemen te voorkomen als je een \-s schrijft achter woorden die eindigen op de enkele klinkers a, i, o, u en y: buggy’s, Emma’s boek, ski’s;
er is dus geen apostrof nodig in: Lines tas, loverboys, niveaus;

als weglatingsteken: Hans’ gitaar, ’s-Hertogenbosch, ’s morgens;
in afleidingen en meervouden van afkortingen: cc’en, sms’je, wc’s;
in verkleinwoorden op \-y voorafgegaan door een medeklinker: pony’tje (maar: spraytje).

Slide 4 - Slide

Er zijn drie accenten; ze komen bijna alleen voor op de letter e:
accent aigu accenten: accent aigu: café, passé;
accent grave accenten: accent grave: caissière, fin de siècle;
accent circonflexe accenten: accent circonflexe: gemêleerd, moment suprême.
Veel minder vaak komen ze voor op andere letters:
– twee à drie schepjes, maître

Slide 5 - Slide

Het accent aigu wordt ook gebruikt om een woord(deel) te benadrukken. Het staat dan op alle klinkers van de lettergreep, behalve als het om drie opeenvolgende klinkers gaat: dan krijgen alleen de eerste twee klinkers een klemtoonteken (móói, ééuw).
– Een ongeluk moet je zien te voorkómen.
– Sander heeft geen twéé fietsen, maar drie!

Slide 6 - Slide

Maar: Kan een van jullie de boodschappen doen? Je kunt een hier alleen maar uitspreken als het cijfer 1 en daarom zijn accenten hier niet nodig.
De cedille onderaan de c (ç) zorgt ervoor dat een c als s klinkt, wanneer die voor een a, o of u staat: Curaçao, François, reçu.
Normaal klinkt de c in die gevallen als k (cacao, clubrecord, cursus).

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 11 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Je gaat zo de opdrachten maken. Neem altijd oordopjes mee voor de online opdrachten
Zet het zo in je schrift:
cursus-C
paragraaf -§
bladzijde -blz. 
opdracht- opdr.

Staat er: omcirkel, onderstreep of markeer, dan mag je het met potlood in je werkboek maken. Is dit niet het geval, dan maak je alles in je schrift!

Slide 12 - Slide

Aan de slag

Slide 13 - Slide

§ 2 Tekstverbanden
Maken:
Voordat je met de opdrachten begint, bekijk je eerst de voorbeelden die in de theorie staan.


Cursus 7
blz. 244-§2 
 opdr. 1 t/m 6
Snel klaar? dan in tweetallen opdr. 7 op fluistertoon


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide