Par 8.2: De reus van Zuid Amerika ontwaakt.

Par 8.2 
De Reus van Zuid Amerika ontwaakt
1 / 38
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Par 8.2 
De Reus van Zuid Amerika ontwaakt

Slide 1 - Slide

Vooraf 
De komende weken ben je zelfstandig bezig met de leerstof.

Je moet bij het doornemen van deze les de aantekeningen die in de GELE slides staan overnemen in je aantekeningenschrift.
Als er tijdens de les een opdracht verschijnt dan maak je die. Je docent kan je voortgang bekijken.
Als je vragen hebt dan kan je die in teams stellen aan je docent.
Succes!

Slide 2 - Slide

De BRICS: een groep landen met een snelgroeiende economie.
Brazilië is er een van. Hoe komt dat zo?

Slide 3 - Slide

Leerdoelen par 8.2
  • Ik weet wat de invloed is van het koloniale verleden in Brazilië  
  • Ik weet welke soorten koloniën er zijn. 
  • Ik weet wat centrum, semiperiferie en periferie zijn 
  • Ik weet welke perioden van economische groei en neergang Brazilië heeft doorgemaakt sinds 1960 
  • Ik weet wat Global Shift is 
  • Ik weet wat de BRICS-landen zijn en kan kenmerken noemen van BRICS-landen 
  • Ik kan de nadelen van economische groei noemen (niet in deze les besproken, wel in je lesboek)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Brazilië was een Portugese kolonie
  • 16e eeuw Portugese kolonie. Arbeiders  nodig en de inheemse bevolking vond men te zwak-> Veel slaven uit Ghana (Elmina)-. Nu nog een mix van veel bevolkingsgroepen
  • Plantages
  • Portugese koning had veel land. Door vriendjespolitiek kregen mensen veel land   -> Grootgrondbezitters
  • Het koloniale verleden heeft veel sporen nagelaten. 
Landbouwonderneming waar op grote schaal één bepaald gewas wordt verbouwd (monocultuur).
Boer die veel grond in bezit heeft.

Slide 7 - Slide






Vestigingskolonie

Een vestigingskolonie is een gebied waar kolonisten zich permanent vestigen en een gebied opnieuw opbouwen.





Exploitatiekolonie

Een exploitatiekolonie is een leverancier voor grondstoffen. 
Soorten Koloniën

Er bestaan verschillende soorten koloniën: vestigingskoloniën en exploitatiekoloniën. 

In een exploitatiekolonie wordt door de kolonisten geen nieuwe samenleving opgebouwd, dit gebeurt wel in een vestigingskolonie.

Slide 8 - Slide

Driehoekshandel
De Portugezen en later ook de Nederlanders handelden in een driehoek met de verschillende continenten. 
Dit noem je driehoekshandel. 

In de volgende video zie je hoe dat ging. In de video daarna zie je een jongen op zoek naar zijn roots

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Europa
Afrika
Amerika
Sleep de producten naar het juiste werelddeel binnen de driehoekshandel
Spiegeltjes
Sierraden
Geweren
Slaven
Suiker
Katoen
Koffie
Cacao

Slide 13 - Drag question

Rol van Brazilië in de wereldeconomie 
(sinds koloniale tijd)


  • Export suikerriet, koffie, rubber, goud en diamanten
Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.
Natuurlijke hulpbronnen

Slide 14 - Slide

Rol in de wereldeconomie
  • Jaren 80 crisis, rond 2000 weer groei
  • Vrijemarkteconomie
  • Buitenlandse producten weer goedkoper ->import
  • Braziliaanse fabrieken produceren voor binnenlandse productie en export
  • Globalisering
Economisch systeem waarin de ondernemers zelf bepalen wat ze maken of welke diensten ze aanbieden; kapitalistisch productiesysteem.
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie (kennis, cultuur)

Slide 15 - Slide

Rol in de wereldeconomie (1960-1980)
Militair bewind (leiding) zorgt ervoor dat buitenlandse producten duurder worden.
                                                  worden niet meer                                  maar zelf gemaakt. Dit noem je 
Goederen die direct kunnen worden gebruikt
Consumptiegoederen
Invoeren van goederen en diensten uit een ander land.
geïmporteerd
Producten die werden geïmporteerd, worden vervangen door zelf geproduceerde producten.
importsubstitutie

Slide 16 - Slide

Juist of onjuist?
Brazilië was een kolonie van Spanje
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Welke mensen werkten als arbeiders op de plantages
A
Afrikanen
B
Chinezen
C
Indianen
D
Europeanen

Slide 18 - Quiz

Wat is geen natuurlijke hulpbron?
A
Goud
B
Suikerriet
C
Rubber
D
Kleding

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

De BRICS: een groep landen met een snelgroeiende economie.
Brazilië is er een van. Hoe komt dat zo?

Slide 21 - Slide

Neem deze aantekening over!

Slide 22 - Slide

Neem deze aantekening over

Slide 23 - Slide

Door het grootgrondbezit heeft Brazilie
A
een hoge urbanisatiegraad
B
een lage urbanisatiegraad

Slide 24 - Quiz

Importsubstitutie wil zeggen
A
dat een land producten gaat importeren
B
dat een land producten gaat exporteren
C
dat een land niet meer gaat importeren (maar zelf maken)
D
dat een land niet meer wil exporteren

Slide 25 - Quiz

Bij importsubstitutie
A
worden invoerheffingen ingesteld
B
wordt vrijhandel toegepast

Slide 26 - Quiz

Een nadeel van importsubstitutie is
A
producten zijn moeilijk verkrijgbaar
B
producten gaan vooral naar het buitenland
C
producten zijn duur en van slechte kwaliteit

Slide 27 - Quiz

Na importsubstitutie koos Brazilië voor
A
export gerichtheid
B
een import stop
C
een exportstop

Slide 28 - Quiz

Brazilië beschikt over
A
een dalende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen
B
een vergrijsde bevolking, een stijgend geboortecijfer en een stijgende welvaart
C
een stijgende welvaart, een lage urbanisatiegraad en een laag geboortecijfer
D
een stijgende welvaart, een grote afzetmarkt en natuurlijke hulpbronnen

Slide 29 - Quiz

1

Slide 30 - Video

00:00
Globalisering
Hoe zat het ook alweer?
Kijk de video voor uitleg.

Slide 31 - Slide

6

Slide 32 - Video

00:00
Global Shift.
Global shift is het verschuiven van het economisch zwaartepunt in de wereld. 

Bekijk de video en neem de aantekeningen in de gele slides over

Slide 33 - Slide

00:45
Aantekening:
Centrumlanden: rijke, vaak westerse landen die ver ontwikkeld zijn. Voorheen waren dit vaak de kolonisten.

Semi-periferie: Landen die nog niet rijk zijn, maar die zich ontwikkelen. Voorheen vaak vestigingskolonies

Periferie: arme, achtergebleven landen. Voorheen vaak exploitatiekolonies

Slide 34 - Slide

01:13
Aantekening:
Globalisering:
afname van transportkosten, kleinere relatieve afstand -> meer transport mogelijk -> productie verplaatst naar lagelonenlanden.
Ontstaan van MNO's (multinationals) -> Kantoor blijft in rijke landen, fabrieken naar lagelonenlanden ->Kop-staartbedrijven

Slide 35 - Slide

03:03
Aantekening
BRICS landen:
Brazilië, Rusland, India, China, Zuid Afrika.
landen waarvan verwacht werd (en wordt) dat ze door hun omvang, bevolkingsaantal en voorraden zullen groeien tot economische grootmachten

Triade:
Handelsblok tussen Noord Amerika, Europa en Oost Azië

Slide 36 - Slide

03:50
Aantekening
Arme landen (perifere landen) leveren vaak grondstoffen aan de rijke landen.
Daardoor verdienen ze weinig. 
De eindproducten zijn veel meer waard. Arme landen kunnen vaak niet de eindproducten terug kopen waar ze de grondstoffen voor geleverd hebben.

Hierdoor zijn de arme landen die veel grondstoffen exporteren nog steeds voor een groot deel afhankelijk van de rijke landen. Dit noem je ook wel Neo-kolonialisme.

Slide 37 - Slide

04:16
Aantekening (ALLEEN VOOR 2vwo en 2 gym)
Exportvalorisatie:
Zorgen dat je exportproduct meer waard wordt door zelf al het product te bewerken tot een eindproduct of halffabrikaat. 

Zo ben je als armer land minder afhankelijk van prijsschommelingen en kan je meer kopen.
Halffabrikaten zijn producten die nog niet helemaal af zijn. Ze moeten nog bewerkt worden. 

Slide 38 - Slide