1.2 Op ontdekkingsreis

1.2 Op ontdekkingsreis
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.2 Op ontdekkingsreis

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Waarom zochten de Europeanen nieuwe handelsroutes over zee?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weten jullie al over de ontdekkingsreizen en de zoektocht naar specerijen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Peperdure handel
  1. -De specerijenhandel was een belangrijk onderdeel van de ontdekkingsreizen. 
  2. -Specerijen waren kostbaar omdat ze een belangrijke rol speelden in het conserveren van voedsel en het verbeteren van de smaak. 
  3. -Daarnaast waren ze een statussymbool

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 2: Karavanen uit het oosten
  1. -Karavanen uit het oosten speelden een grote rol in de handel van specerijen. Ze brachten specerijen vanuit Azië naar Europa via de zijderoute.
  2. -Tussenhandelaren verkopen de specerijen aan elkaar door. Hierdoor gaat de prijs omhoog
  3. -Europeanen hadden geen directe handel met Oost-Azië, hierdoor profiteren zij er zelf niet van 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat brachten de karavanen uit het oosten naar Europa?
A
Edelstenen
B
Kleding
C
Wapens
D
Specerijen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vorige les:

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Waarom waren specerijen een statussymbool?
A
Ze werden alleen door koningen en koninginnen gebruikt.
B
Ze waren een teken van rijkdom en macht.
C
Ze waren kostbaar en niet voor iedereen toegankelijk.
D
Ze waren zeldzaam en moeilijk te vinden.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Waarom waren specerijen een statussymbool?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke rol speelden specerijen in voedsel?
A
Ze zorgden voor een lange houdbaarheid van voedsel.
B
Ze gaven voedsel een betere smaak.
C
Ze hielpen voedsel te conserveren.
D
Ze zorgden voor voeding voor de bevolking.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wie profiteert niet van de handel met Oost-Azië?
A
Karavanen
B
Tussenhandelaren
C
Europeanen
D
Aziaten

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hadden Europeanen directe handel met Oost-Azië?
A
Alleen met speciale vergunning
B
Nee
C
Ja
D
Soms

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met de prijs van specerijen door tussenhandelaren?
A
De prijs blijft gelijk
B
De prijs daalt
C
De prijs gaat omhoog
D
De prijs wordt verdubbeld

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe bereikten de karavanen uit het oosten Europa?
A
Via schepen
B
Via de zijderoute
C
Via de kruidweg
D
Vanuit Azie door Afrika

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Maken
15a/15b/15c/16/17/18c/19/20

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 3: Marco Polo
  1. -Marco Polo was een Italiaanse ontdekkingsreiziger die in de 13e eeuw naar Azië reisde. 
  2. -Hij schreef een boek over zijn avonturen, waardoor Europa meer te weten kwam over Azië.
  3. -In zijn tijd geloofde veel mensen zijn verhalen niet

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Uit welk land kwam Marco Polo?
A
Nederland
B
Italië
C
Spanje
D
Frankrijk

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat was de reactie van veel mensen op de verhalen van Marco Polo?
A
Hadden geen mening over zijn verhalen
B
Geloofden zijn verhalen wel
C
Geloofden zijn verhalen niet
D
Waren enthousiast over zijn verhalen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Naar welk continent reisde Marco Polo?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Azië

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer reisde Marco Polo naar Azië?
A
13e eeuw
B
14e eeuw
C
15e eeuw
D
12e eeuw

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Rond de middellandse zee
  1. -Het Osmaanse rijk was een machtig rijk dat ontstond in de 14e eeuw. 
  2. -Het had grote invloed op de handel in specerijen, omdat het de controle had over belangrijke handelsroutes.
  3. -Door oorlogen tussen Europa en het Osmaanse rijk en hoge prijzen willen Europeanen nu eigen routes zoeken voor de handel

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wanneer ontstond het Osmaanse rijk?
A
12e eeuw
B
16e eeuw
C
18e eeuw
D
14e eeuw

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waarom willen Europeanen eigen handelsroutes zoeken?
A
Oorlogen tussen Europa en het Osmaanse rijk en hoge prijzen
B
Minder interesse in specerijen
C
Vrede tussen Europa en het Osmaanse rijk
D
Vermindering van de handel

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke invloed had het Osmaanse rijk op de handel?
A
Afname van de handel
B
Controle over belangrijke handelsroutes
C
Bevordering van de handel
D
Geen invloed op de handel

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Op zoek naar Indië 
-Europese landen waren op zoek naar een nieuwe route naar Indië om de specerijenhandel te stimuleren. 

-Nieuwe technologieën: De kraak (schip), astrolabium en kompas maken lange zeereizen mogelijk

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat hielp zeelieden om de juiste richting te bepalen tijdens lange zeereizen?
A
Kompas
B
Klok
C
Kaart
D
Kano

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een instrument dat werd gebruikt om de positie op zee te bepalen?
A
Gitaar
B
Gloeilamp
C
Astrolabium
D
Microscoop

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke nieuwe technologieën maakten lange zeereizen mogelijk?
A
De stoommachine, telescoop en telegraaf
B
De kraak (schip), astrolabium en kompas
C
De stoomboot, radar en telefoon
D
Het vliegtuig, GPS en internet

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

Maken:
1.2:
Opdracht: 18/23/29/30

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 35 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 36 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.